Results for weg wijs translation from Dutch to English

wijs
grammatical mood

gebiedende wijs
let's

wijs-reagens
wijs reagent

wijs op bloemen.
point at flowers.

is dat wel wijs?
is this wise?

een zeer wijs besluit.
that is a very wise decision.

ik wijs u daarop!
¡ténganlo presente!

– wijs opgeleid personeel.
– assign trained personnel.

wijs desgewenst aliassen toe
assign aliases if desired

ik wijs deze zienswijze af.
i reject that.

wijs me de weg, wil je?
show me the way, will you?

ik wijs beide uitersten af.
i reject both extremes.

wijs niet geboren, wijs worden.
wise not born, become wise.

maximaal 4 (wijs-methode)
not more than 4 (wijs method)

dit is absoluut de verkeerde weg, en ik wijs deze dan ook zeer beslist af.
this is completely the wrong approach and i fully and firmly reject it.

ze maken echter niemand iets wijs.
they fool no one, however.

' ik wijs hem wel de weg,' antwoordt sebastian.
' i'll show him the way,' sebastian answers.

maar we laten ons daardoor niet van de wijs brengen en op deze weg voortgaan.
however, we will not be put off by that, and we will continue down this path.

hoor gij, mijn zoon! en word wijs, en richt uw hart op den weg.
give ear, my son, and be wise, guiding your heart in the right way.

de man zegt: "komt u maar mee, dan wijs ik u de weg".
the man says: "follow me, i'll show you the way".