Results for een groep translation from Dutch to French

11° een groep :
11° un groupe :

een groep losmaken
dégrouper

een groep animeren;
animer un groupe;

een groep van assistentiewoningen
un groupe de logements à assistance

definitie van een groep.
définition de la notion de groupe.

transacties binnen een groep
transactions intragroupe

een groep bestanden hernoemen.
renommer les fichiers par lot

hoofd van een groep tolken
chef d'équipe d'interprétation

een groep exploitanten van levensmiddelenbedrijven,
par un groupe d'exploitants du secteur alimentaire,

%s behoort niet tot een groep
l'élément %s n'appartient pas à un ensemble

aanmaken van een groep is mislukt
la création du groupe a échouénoun, name of the user action

een groep van ongeveer 15 personen;
un groupe de plus ou moins 15 personnes;

oprichting van een groep op hoog niveau
instituant un groupe de haut niveau

coöperatie, onderdeel van een groep voedingsmiddelenproducenten
coopérative, partie d'un groupe de produc-

kan de verantwoordelijkheid voor een groep dragen;
peut avoir la responsabilité d'un groupe;

bezettingsgraad voor een groep van internationale circuits
coefficient d'occupation d'un faisceau de circuits internationaux

4.2 financiële steun binnen een groep
4.2 soutien financier intragroupe

aantal binnen een groep gesloten financieringsregelingen;
nombre d’accords de soutien financier intragroupe conclus.

transacties binnen een groep bij gemengde holdings
transactions intragroupe avec des compagnies mixtes et leurs filiales

ook een groep ratingbureaus mag een registratieaanvraag indienen.
un groupe d’agences de notation peut soumettre une demande d’enregistrement.