Results for hoofdverblijf translation from Dutch to French

hoofdverblijf
résidence principale

rechtmatig hoofdverblijf
lieu de résidence légale principale

zijn hoofdverblijf vestigen (bw 103)
fixer son principal établissement (cc 103)

plaats waar het hoofdverblijf is gevestigd
lieu du principal établissement

wanneer ze hun hoofdverblijf naar een andere gemeente overbrengen;
lorsqu'ils transfèrent leur résidence principale dans une autre commune;

3° zijn hoofdverblijf hebben in de gebiedsomschrijving van het centrum.
3° avoir sa résidence principale dans le ressort du centre.

• voor enig verblijf of voor hoofdverblijf ingeschreven zijn in het bevolkingsregister.
de plus, les conseils municipaux n'étant pas des organes législatifs, il n'y a pas lieu de leur appliquer les règles relatives au parlement fédéral et à ceux des länder.

alle personen die hun hoofdverblijf in dezelfde individuele of gezinswoning hebben.
toutes les personnes qui ont leur résidence principale dans le même logement individuel ou familial.

een aanvulling zijn bij het hoofdverblijf van de persoon die de activiteit uitoefent;
soit accessoires à la résidence principale de la personne exerçant l'activité;

de onderhuurder mag de woning voor hem en zijn gezin enkel tot hoofdverblijf bestemmen.
le sous-locataire ne peut affecter l'habitation qu'en tant que domicile principal pour lui-même et sa famille.

het hoofdverblijf van de schuldenaar kan niet gedwongen worden verkocht of in beslag genomen.
la résidence privée principale du débiteur est protégée contre la vente forcée ou la saisie.

1° het hele goed waarvoor de premie werd toegekend als hoofdverblijf persoonlijk bewonen;
1° occuper personnellement la totalité du bien, objet de la prime à titre de résidence principale;

het bewijs van samenwoning en hoofdverblijf wordt geleverd aan de hand van een uittreksel uit het bevolkingsregister.
la preuve de la cohabitation et de la résidence principale est fournie au moyen d'un extrait du registre de la population.

een aanvulling zijn bij het hoofdverblijf van één der vennoten of bestuurders van de rechtspersoon die deze activiteit uitoefent.
soit accessoires à la résidence principale d'un des associés ou administrateurs de la personne morale exerçant cette activité.

1° de in belgië geboren vreemdeling, die er sedert zijn geboorte zijn hoofdverblijf heeft;
1° l'étranger né en belgique et y ayant sa résidence principale depuis sa naissance;

de kinderbijslag wordt immers aan de moeder uitbetaald, zelfs wanneer de vader instaat voor het hoofdverblijf van het kind.
c'est en effet à la mère que sont payées les allocations familiales même si c'est le père qui assure l'hébergement principal de l'enfant.

huisvestingsuitkeringen voor gepensioneerden worden toegekend aan gepensioneerden die hun gewoonlijke verblijfplaats in denemarken hebben en die woonruimte in denemarken als hoofdverblijf gebruiken.
la perte derevenu estégale à la différence entre le revenu dontauraitpu disposer l’intéressé s’iln’avaitpasété victimed’un accidentdu travailou d’une maladie professionnelle etle revenu dontilpourraitvraisemblablementdisposer compte tenu de l’accidentou de la maladie.pour avoir droità l’indemnité, ilfautque la perte decapacité de gain soitsupérieure à 15 %.

verminderingen voor gezinslasten (verplicht) en voor minimum huur (facultatief), voor het enig hoofdverblijf.
abattements obligatoires pour charges de famille et abattement à la base facultatif pour minimum de loyer, pour la seule habitation principale.

1° de plaats waar een natuurlijke persoon volgens de bevolkingsregisters, de vreemdelingenregisters of het wachtregister in belgië zijn hoofdverblijf heeft;
1° le lieu où une personne physique est inscrite à titre principal, en belgique, sur les registres de la population, sur les registres des étrangers ou sur le registre d'attente;

wordt door « duurzaam hoofdverblijf » aangeduid de enige vaste en duurzame verblijfplaats van de passagier op het tijdstip van het ongeval.
"résidence principale et permanente" désigne le lieu unique de séjour fixe et permanent du passager au moment de l'accident.