Results for naar huis translation from Dutch to French

kom terug naar huis.
reviens à la maison.

mag ik naar huis gaan?
puis-je aller chez moi ?

ik breng je naar huis.
je te conduirai chez toi.

laten we naar huis gaan!
rentrons à la maison !

--„ik ga onmiddellijk naar huis.”
-- je rentre chez moi à l'instant.

hulp bij je terugkeer naar huis
aide à la réintégration

de zeeschildpad op weg naar huis.
la tortue de mer retrouve son habitat naturel.

bedrijfskleding niet mee naar huis nemen
ne pas rapporter de vêtements de travail chez vous

bedrijfskleding niet mee naar huis nemen.
ne pas rapporter de vête­ments de travail chez vous.

goedemorgen ik ben nu onderweg naar huis
bonjour, je suis en route maintenant

het is al tijd om naar huis te gaan.
il est déjà l'heure de rentrer.

goed, ik ben gerustgesteld naar huis gegaan.
je suis donc rentré rassuré.

de commissie kan maar beter naar huis gaan.
la commission ferait mieux de rentrer chez elle.

de kinderen popelen om naar huis te gaan…
les enfants sont impatients de rentrer chez eux ...

zij kunnen snel en goedkoop naar huis reizen.
ils peuvent revenir dans leur pays rapidement et à peu de frais.

het was al laat, dus ik ben naar huis gegaan.
il était déjà tard, donc je suis rentré à la maison.

het ep stuurt de europese commissie niet naar huis.
i principes généraux traités fondamentaux ainsi que le système des ressources propres.

deze mensen willen graag ook een keer naar huis!
ces gens voudraient pouvoir rentrer chez eux à un moment ou à un autre.

ik liep, en ik ging naar huis rond 02:00 vanavond
je me suis promené, et je suis rentré à la maison vers 2h du soir

deze veertigduizend mensen gaan terug naar huis, naar hun land.
ces quarante mille personnes vont rentrer chez elles, dans leur terre.