Results for vertrouwenspersoon translation from Dutch to French

vertrouwenspersoon
personne de confiance

de vertrouwenspersoon
la personne de confiance

vertrouwenspersoon integriteit
conseiller confidentiel en matière d'intégrité

aanduiding van de vertrouwenspersoon
désignation de la personne de confiance

elke vertrouwenspersoon kan optreden als raadsman.
toute personne de confiance peut agir en tant que conseiller.

a. aantal interventies door de vertrouwenspersoon;
a. nombre d'interventions de la personne de confiance

onderafdeling ii. - statuut van de vertrouwenspersoon.
sous-section ii. - statut de la personne de confiance.

de vertrouwenspersoon is belast met de volgende taken :
la personne de confiance est chargée des tâches suivantes :

1) door een vertrouwenspersoon en 2) door de klachtencommissie.
— des conseils juridiques et financiers;

bekwaamheden en kennis van de vertrouwenspersoon bedoeld in artikel 16
compétences et connaissances des personnes de confiance visées à l'article 16

de vertrouwenspersoon handelt enkel met het akkoord van de werknemer.
la personne de confiance n'agit qu'avec l'accord du travailleur.

wat de vertrouwenspersoon betreft, overlappen ze immers het tweede lid.
en effet, en ce qui concerne la personne de confiance, ils font double emploi avec l'alinéa 2.

het slachtoffer mag zich laten vergezellen door een vertrouwenspersoon naar keuze.
la victime peut être accompagnée d'une personne de confiance qu'elle choisit.

1° de identiteit van de patiënt en desgevallend van de vertrouwenspersoon;
1° l'identité du patient et, le cas échéant, celui de la personne de confiance;

afdeling v. - taken van de bevoegde preventieadviseur en van de vertrouwenspersoon
section v. - tâches du conseiller en prévention et de la personne de confiance.

in dat geval wordt overeenkomstig het eerste lid een nieuwe vertrouwenspersoon aangewezen.
dans ce cas, une nouvelle personne de confiance est désignée, conformément à l'alinéa 1er.

in voorkomend geval, naam, adres en eventueel telefoonnummer van de vertrouwenspersoon;
le cas échéant, le nom et l'adresse et éventuellement le numéro de téléphone de la personne de confiance;

1° de minderjarige of iedere vertrouwenspersoon die in feite zijn belangen behartigt;
1° le mineur ou toute personne de confiance qui, en fait, défend ses intérêts;

Émile noël is de vertrouwenspersoon en de raadsman van de meeste commissarissen (7).
Émile noël est informé de tout, il est la personne la mieux infor-

de vertrouwenspersoon ressorteert, voor de uitoefening van zijn functie, rechtstreeks onder de leidend ambtenaar.
pour l'exercice de sa fonction, la personne de confiance relève directement du fonctionnaire dirigeant.