Results for bekwaamheid translation from Dutch to German

bekwaamheid
fähigkeit

bekwaamheid;
kompetenz;

i. bekwaamheid ('
i. befÄhigung

i. bekwaamheid ( < )
i befÄhigung i')

normale bekwaamheid
gewoehnliche berufliche uebung

i. bekwaamheid f
— sehr gut - gut

cursisten / bekwaamheid
auszubildende nach fähigkeiten

i. bekwaamheid (Ί
i. befÄhigung f')

proeve van bekwaamheid
eignungsprüfung

bekwaamheid van de bestuurders
fachliche eignung der mitglieder der verwaltungsorgane

bekwaamheid op alle activiteitenniveaus.
kompetenz auf allen betriebsebenen.

bekwaamheid-ondersteunende technologie
technologie zur förderung der ausbildung

deel ii: technische bekwaamheid
teil ii: technische leistungsfähigkeit

bewijs van voldoende bekwaamheid
fähigkeitszeugnis

de bekwaamheid van de echtgenoten;
die rechts-, geschäfts- und handlungsfähigkeit der ehegatten,

■ de bekwaamheid vergrotende op­drachtstructuren,
■ einheit von planung und durch­führung,

bekwaamheid van de technische diensten
befähigung der technischen dienste

technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid
technische und/oder berufliche leistungsfähigkeit

de bewijzen van juridische bekwaamheid bezitten
juristische befaehigungsnachweise erbringen

eenbelangrijkefactorindekwaliteitvandedialoogisde bekwaamheid van het betrokken commissiepersoneel.
ein zentraler faktor mit auswirkungen auf die qualität des dialogs ist die befähigung der beteiligten kommissionsbediensteten.