Results for glimlagchen translation from Dutch to German

hij begon te glimlagchen en zeide zachtjes:
er begann zu lachen und sagte ruhig:

hij verwachtte het zeker, en begon te glimlagchen.
er erwartete ihn ohne zweifel und lächelte dazu.

bij dit onderhoud mogt kai-koemoe dan al glimlagchen, diepe haat straalde uit zijn oogen.
auch während dieser unterhaltung verriethen die augen kai-koumou's, während sein mund lächelte, eine tiefe feindschaft.

"o neen! jongeheer robert!" antwoordde helena, die om zijn vastberadenheid moest glimlagchen.
– ja, robert, erwiderte helena lächelnd, als sie ihn so entschlossen sah.

"zooals gij wilt, geachte paganel!" antwoordde lord glenarvan, die niet nalaten kon even te glimlagchen. en hij had regt om te glimlagchen.
– nach ihrem belieben, mein lieber paganel«, erwiderte lord glenarvan, der sich des lächelns nicht erwehren konnte, und mit recht.

de eigenaardige wijze, waarop hij de gebeurtenissen beschouwde, en de ontwijfelbare goede uitslag, dien hij de _duncan_ voorspelde, deden het meisje onwillekeurig glimlagchen.
seine art, wie er die ereignisse ansah, und dem duncan unbestreitbaren erfolg voraussagte, entlockte dem mädchen ein lächeln.

"dan blijft het er bij, john!" antwoordde glenarvan, "gij zult ons vergezellen; want," voegde hij er glimlagchend bij, "het zal goed zijn, dat gij er bij zijt wanneer wij den vader van mary grant terugvinden."
– zugestanden, john, sagte glenarvan, sie begleiten uns; denn es wird gut sein, fügte er lächelnd hinzu, daß sie anwesend sind, wenn wir den vater mary grant's auffinden.