Results for mobiliteitsvraagstukken translation from Dutch to German

Computer translation

Trying to learn how to translate from the human translation examples.

Dutch

German

Info

Dutch

mobiliteitsvraagstukken

German

 

From: Machine Translation
Suggest a better translation
Quality:

Human contributions

From professional translators, enterprises, web pages and freely available translation repositories.

Add a translation

Dutch

German

Info

Dutch

mobiliteitsvraagstukken bleken een belangrijke rol te spelen in dit marginaliseringsproces.

German

in der forschungsarbeit der stiftung deutet sich mehrfach an, daß in der europäischen gemeinschaft eine zweigeteilte gesellschaft entstehen könnte.

Last Update: 2014-02-06
Usage Frequency: 1
Quality:

Dutch

er bestaan al intensieve dialogen met deze landen over migratie- en mobiliteitsvraagstukken, die voortgezet zullen worden tot de toetreding een feit is.

German

mit diesen ländern werden bereits intensive dialoge über migration und mobilität geführt, die bis zum beitritt fortgesetzt werden sollen.

Last Update: 2017-04-07
Usage Frequency: 1
Quality:

Dutch

in haar mededeling van 4 mei onderstreepte de commissie dat de eu haar externe migratiebeleid moet versterken door het opzetten van partnerschappen met derde landen waarin migratie- en mobiliteitsvraagstukken worden aangepakt op een wijze die samenwerking wederzijds voordelig maakt.

German

die kommission hat in ihrer mitteilung vom 4. mai betont, dass die eu ihre auswärtige migrationspolitik durch gründung von partnerschaften mit nicht-eu-ländern stärken muss, wobei fragen im zusammenhang mit migration und mobilität so anzugehen sind, dass die zusammenarbeit beiden seiten nützt.

Last Update: 2017-04-07
Usage Frequency: 1
Quality:

Dutch

op maat gesneden informatievoorziening over mobiliteitsvraagstukken – mogelijkheden, voorwaarden, erkenning – door nauwe betrokkenheid van begeleidingsdiensten bij de coördinatie van het kader voor transparantie van kwalificaties en competenties.

German

für angemessene informationen über fragen zur mobilität – möglichkeiten, bedingungen, anerkennung – sorgen, dadurch dass die orientie­rungsdienste eng in die koordinierte umsetzung des transparenzrahmens einbezogen werden.

Last Update: 2017-04-07
Usage Frequency: 1
Quality:

Dutch

120 -algemene context de instellingen van de eu hebben in de afgelopen vijf jaar een aantal instrumenten op het gebied van de mobiliteit goedgekeurd. de belangrijkste daarvan worden hieronder beschreven. in het verlengde van een informele vergadering van de ministers van onderwijs in parijs in september 2000 heeft de europese raad in december 2000 in nice een actieplan voor mobiliteit goedgekeurd. dit actieplan bestaat uit een "kit" maatregelen, die gericht zijn op de bevordering en financiering van mobiliteit, de verschillende vormen van mobiliteit en de vraag hoe ervoor kan worden gezorgd dat in het buitenland doorgebrachte perioden zoveel mogelijk nut hebben en de verworven ervaring wordt erkend. vervolgens is aanbeveling 2001/613/eg van het europees parlement en de raad van 10 juli 2001 inzake de mobiliteit binnen de gemeenschap van studenten, personen in opleiding, vrijwilligers, leerkrachten en opleiders[2] goedgekeurd. door deze aanbeveling is een raamwerk ontstaan voor beleidssamenwerking bij de bevordering van mobiliteit in het onderwijs en de beroepsopleiding. doel was de hinderpalen voor mobiliteit weg te nemen en een betere voorbereiding en opvang bij aankomst te garanderen. ook het vraagstuk van de erkenning van in het buitenland opgedane ervaring kwam aan de orde. in de aanbeveling kreeg de commissie tevens het verzoek om met het oog op de coördinatie van de implementatie van de aanbeveling een werkgroep van deskundigen in het leven te roepen. de hier voorgestelde aanbeveling berust op het werk van deze werkgroep, waarover in 2004 een tweejaarlijks verslag is uitgebracht. in februari 2002 heeft de commissie een actieplan voor vaardigheden en mobiliteit[3] goedgekeurd. doel was het beginsel van het vrije verkeer van werknemers sterker onder de aandacht te brengen, de grote betekenis van mobiliteit voor de europese werkgelegenheidsstrategie te onderstrepen en de europese arbeidsmarkten vanaf 2005 voor iedereen toegankelijk te maken. in het verlengde van het actieplan zal de commissie 2006 uitroepen tot europees jaar voor de mobiliteit van werknemers. in dit europees jaar zal de aandacht worden gevestigd op een aantal wettelijke vraagstukken die verband houden met mobiliteit, zoals de overdracht van pensioenrechten, de voordelen van mobiliteit voor de loopbaan van werknemers, en de bestaande europese instrumenten ter bevordering van mobiliteit. daarnaast heeft de commissie in haar door de raad[4] onderschreven mededeling “een mobiliteitsstrategie voor de europese onderzoekruimte”[5] uit 2001 concrete maatregelen op een rijtje gezet, die op europees en nationaal niveau moeten worden gerealiseerd om mobiliteit een centrale rol in de loopbaanontwikkeling te geven, een europese onderzoekruimte op te bouwen en de europese capaciteiten en prestaties op onderzoeksgebied te verbeteren. mobiliteitsvraagstukken hebben vervolgens een plaats gekregen in het werkprogramma “onderwijs en opleiding 2010”, dat deel uitmaakt van de lissabon-strategie. de lidstaten en de commissie werken in het kader van dit programma samen aan beleidsvraagstukken op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding. mobiliteit wordt specifiek genoemd als een van de dertien doelstellingen van het programma, dat in maart 2002 op de europese raad in barcelona goedgekeurd is. over de toepassing van het programma hebben de raad en de commissie in februari 2004 een eerste gezamenlijk tussentijds verslag aan de europese raad[6] voorgelegd. hierin wordt onderstreept dat het in het onderwijs en de beroepsopleiding tot méér en kwalitatief betere mobiliteit moet komen. als onderdeel van de werkzaamheden in het verlengde van het werkprogramma “onderwijs en opleiding 2010” heeft de werkgroep van deskundigen die in het kader van de eerste aanbeveling opgericht is een voorstel voor een “handvest voor kwaliteit bij mobiliteit in onderwijs en beroepsopleiding” uitgewerkt, dat op 12 juli 2004 in hoofdlijnen op een informele bijeenkomst aan de ministers van onderwijs gepresenteerd is. het nederlandse voorzitterschap concludeerde uit de discussie dat er overeenstemming bestaat over de beginselen die als basis kunnen dienen voor de in de nieuwe generatie onderwijsprogramma’s te bereiken kwaliteit bij mobiliteit[7]. dit voorstel voor een aanbeveling berust voor een groot deel op het hiervoor beschreven werk. het vat de hierboven beschreven beginselen en aanvullend materiaal van andere terreinen (jongerenbeleid bijvoorbeeld) die met mobiliteit te maken hebben in één enkele duidelijke tekst samen. de term "handvest" is gekozen om te onderstrepen dat het om fundamentele beginselen gaat. er moet in het oog worden gehouden dat de aanbeveling een aanvulling vormt op een aantal bestaande teksten op dit terrein en met name op het europese handvest voor onderzoekers[8]. -

German

allgemeiner kontext in den letzten fünf jahren haben die organe der europäischen union eine reihe von maßnahmen zur mobilität verabschiedet. im folgenden die wichtigsten: im anschluss an ein informelles treffen der bildungsministerinnen in paris im september 2000 befürwortete der europäische rat von nizza im dezember 2000 einen aktionsplan zur förderung der mobilität. dieser enthielt einen "werkzeugkoffer“ mit mobilitätsbezogenen maßnahmen: Öffentlichkeitsarbeit, finanzierung, verschiedene mobilitätstypen und schließlich Überlegungen, wie sich mobilitätsphasen optimal nutzen lassen und wie die anrechnung der gewonnenen erfahrung gewährleistet werden kann. im juli 2001 folgte die empfehlung des europäischen parlaments und des rates über die mobilität von studierenden, in der ausbildung stehenden personen, freiwilligen, lehrkräften und ausbildern (2001/613/eg)[2]. die empfehlung schuf einen rahmen für die verstärkte politische zusammenarbeit, um so die mobilität im bildungsbereich zu erhöhen. sie verfolgte das ziel, mobilitätshindernisse zu beseitigen und für bessere vorbereitung sowie effizientere aufnahme bei der ankunft zu sorgen. darüber hinaus behandelte sie die anerkennung von im ausland erworbener erfahrung. in der empfehlung wurde die kommission aufgefordert, für die umsetzung der empfehlung eine gruppe bestehend aus sachverständigen aus den mitgliedstaaten einzurichten. die vorliegende empfehlung beruht auf der arbeit dieser gruppe und ihrem zweijährlichen bericht von 2004. im februar 2002 verabschiedete die kommission einen aktionsplan für qualifikation und mobilität[3] mit dem ziel, den grundsatz der freizügigkeit der arbeitnehmerinnen zu fördern, mobilität als wichtigen faktor der beschäftigungsstrategie der eu ins bewusstsein zu rücken und die europäischen arbeitsmärkte stärker zu öffnen, um sie ab 2005 für alle menschen zugänglich zu machen. weiters plant die kommission, 2006 das europäische jahr der arbeitskräftemobilität zu organisieren, um sensibilität für eine reihe rechtlicher fragen in diesem bereich zu schaffen: z. b. Übertragbarkeit von pensionsansprüchen; vorteile der mobilität für die karriereentwicklung der arbeitnehmerinnen; und bestehende europäische förderinstrumente für die mobilität. darüber hinaus legte die kommission in ihrer mitteilung „eine mobilitätsstrategie für den europäischen forschungsraum“ (2001)[4], die vom rat[5] unterstützt wurde, konkrete aktionen sowohl auf gemeinschafts-als auch auf nationaler ebene fest, um die mobilität als schlüsselinstrument für die karriereentwicklung und für die schaffung eines europäischen forschungsraumes wie auch als voraussetzung für die steigerung der europäischen forschungskapazitäten und –leistungen zu nutzen. in der folge wurden mobilitätsfragen in das allgemeine arbeitsprogramm „allgemeine und berufliche bildung 2010“ aufgenommen – das ist der bildungs-teil der lissabonner strategie. im rahmen dieses programms arbeiten mitgliedstaaten und kommission bei bildungspolitischen themen zusammen. in diesem programm, das vom europäischen rat in barcelona im märz 2002 verabschiedet wurde, sind mobilitätsfragen ausdrücklich als eines von 13 zielen angeführt. und im februar 2004 legten der rat und die kommission dem europäischen rat ihren ersten gemeinsamen zwischenbericht[6] zu diesem prozess vor. der bericht unterstreicht die notwendigkeit, den umfang und die qualität der mobilität im bildungs-und ausbildungsbereich zu erhöhen. als teil des follow-up im rahmen des arbeitsprogramms „allgemeine und berufliche bildung 2010“ erstellte die im rahmen der oben zitierten empfehlungen eingerichtete sachverständigengruppe einen vorschlag für eine „qualitätscharta für die mobilität im bildungs-und ausbildungsbereich“, der in seinen grundzügen den bildungsministerinnen bei ihrem informellen treffen am 12. juli 2004 in rotterdam vorgelegt wurde. die dänische ratspräsidentschaft gelangte zur schlussfolgerung, dass einigkeit über die grundsätze erzielt worden sei und die reflexion über qualitative mobilitätsaspekte in der neuen generation von bildungsprogrammen[7] darauf aufbauen könnte. die vorgeschlagene empfehlung, die sich überwiegend auf die erwähnten arbeiten stützt, präsentiert die oben dargelegten grundsätze in einheitlicher und lesbarer form, angereichert mit material aus anderen bereichen, die mit mobilität zu tun haben (wie z. b. der jugendwelt). der begriff „charta“ wird verwendet, um den grundlegenden charakter der vorgeschlagenen grundsätze zu betonen. die empfehlung ergänzt bestehende texte in diesem bereich, insbesondere die europäische charta für forscher[8]. -

Last Update: 2008-03-04
Usage Frequency: 1
Quality:

Reference: Anonymous
Warning: Contains invisible HTML formatting

Get a better translation with
7,719,834,601 human contributions

Users are now asking for help:



We use cookies to enhance your experience. By continuing to visit this site you agree to our use of cookies. Learn more. OK