Results for kennis translation from Dutch to Norwegian

kennis
kunnskap

kennis is macht
kunnskap er makt

gegevens informatie kennis
data informasjon kunnskap

kennis, attitude, praktijk
helsekunnskap, holdninger, praksis

•kennis van het bedrijf.
•gjør deg kjent med jobben.

dat is het doel van hun kennis.
dette er summen av deres kunnskap.

kennis van het resultaat (psychologie)
kjennskap til resultater

bij jouw heer is de kennis daarover.
dens endelige tid beror hos herren.

kennis, attitude, praktijk (gezondheid)
helsekunnskap, holdninger, praksis

hij omvat alles met zijn kennis."
han omfatter alt i sin visdom.»

de uiteindelijke kennis berust bij jouw heer.
dens endelige tid beror hos herren.

de kennis over het uur gaat op hem terug.
kunnskap om timen beror hos ham.

daarvan hadden zij noch hunne vaderen kennis.
de har ingen kunnskap om dette, heller ikke deres fedre.

zeg: "de kennis [daarover] is bij god.
si: «kunnskapen beror hos gud!

en wij omvatten met onze kennis wat er bij hem was.
vi visste vel hvordan det var fatt med ham.

zij hebben daarover geen kennis, zij liegen slechts.
de har ingen kunnskap om dette, de bare formoder.

aan uw heer behoort de kennis van het tijdstip daarvan.
dens endelige tid beror hos herren.

deel het mij met kennis mee, als jullie oprecht zijn."
fortell meg ut fra kunnskap, om dere skal snakke sant!»

en boven ieder die kennis bezit is er een wetende. *
og over alle vitende står den allvitende.

nee! als jullie het maar met zekere kennis zouden weten!
nei, sannelig, om dere bare visste med visshets kunnskap!