Results for fireman translation from English to Dutch

fireman
brandweer

locomotive fireman
stocoer van locomotieven

fireman's axe
brandweerbijl

fireman's helmet
helm voor brandweerlieden

fireman's equipment.
brandweerapparatuur.

cramp(s); fireman
brandweerman; kramp

fireman; cramp(s)
brandweerman; kramp

pottery fireman's eye
hittestaar bij stokers van pottenbakkerijen

.5 a fireman's axe.
.5 een brandweerbijl.

pottery fireman's cataract
cataract bij stokers van pottenbakkerijen

11 fireman's outfit (r 17)
brandweeruitrusting (v 17)

and he said, "i'm a fireman."
en hij zei, "ik ben brandweerman."

the fireman lives in the yellow house.
de brandweerman woont in het gele huis.

and i said, "how long have you been a fireman?"
en ik zei, "hoe lang ben je al brandweerman?"

he said, "but i wanted to be a fireman."
hij zei, "maar ik wilde écht brandweerman worden."

.1 a fireman's outfit shall consist of:
.1 een brandweeruitrusting dient te bestaan uit:

he said, "always. i've always been a fireman."
hij zei, "altijd, ik ben altijd al een brandweerman geweest."

the fireman lives in the house next to the house with the horse.
de brandweerman woont in het huis naast het huis waar ze een paard hebben.

at no point will the fireman look taller than the fiddler. no point.
er is geen enkel moment dat de violist langer dan de brandweerman lijkt. nooit.

a loud voice. it’s a fireman, talking to another fireman.
het is een brandweerman, praten met een andere brandweerman.