Results for necessarily translation from English to Dutch

not necessarily.
niet noodzakelijk.

no necessarily so!
geen noodzakelijkerwijs het geval!

not necessarily stratified.
niet noodzakelijk gelaagd.

to result necessarily from
verplicht voortvloeien uit

this is not necessarily true.
dit is niet per se waar.

deterrence does not necessarily work.
afschrikking heeft niet per definitie het gewenste effect.

(not necessarily in that order)
(niet noodzakelijk in deze volgorde)

consumers are not necessarily lawyers.
de consument is niet per definitie een jurist.

necessarily entailed by the restructuring;
noodzakelijk zijn als gevolg van de reorganisatie;

– not necessarily in my private life.
– niet noodzakelijkerwijs in mijn privéleven.

it is not necessarily enlargement itself.
het is niet per se de uitbreiding zelf.

expenditure necessarily resulting from the treaties
uitgaven welke verplicht voortvloeien uit de verdragen

this does not necessarily include more resources.
daar horen niet per definitie meer middelen bij.

external policy necessarily involves many actors.
bij het externe beleid zijn noodzakelijkerwijs vele actoren betrokken.

neither will free commerce necessarily ensure diversity.
ook vrijhandel garandeert niet noodzakelijkerwijs verscheidenheid.

input/ output error. not necessarily serious.
invoer/uitvoerfout: niet noodzakelijk belangrijk.

and that actually isn’t necessarily really playful.
en dat is niet per definitie heel speels.

"that doesn't necessarily follow," i said.
"dat is geen reden," antwoordde ik.

political republicanism, therefore, necessarily leads to despotism.
het politieke republicanisme eindigt dus noodzakelijkerwijs in het despotisme.

training more doesn’t necessarily means getting better.
meer trainen betekent niet automatisch dat je beter wordt. rust is ook van belang.