Results for élocution translation from French to Dutch

Élocution
stemexpressie

difficulté d'élocution
spraakstoornis

difficultés d’élocution,
spraakstoornissen,

- problèmes d’élocution.
- problemen met praten.

défaut d'élocution sai
spraakstoornis

trouble de l'élocution,
praakstoornis,

élocution lente (dysarthrie)
traag praten (dysartrie)

problèmes liés à l'élocution;
spraakproblemen;

autre trouble de l'élocution
andere spraakstoornis

avez-vous des problèmes d'élocution ?
heeft u problemen met spraak?

perturbations du langage et de l'élocution
spraak- en taalgebruikstoornissen

difficultés respiratoires, enrouement, difficultés d’ élocution
ademhalingsproblemen, heesheid, spraakproblemen

(2) absence de tout défaut d'élocution.
(2) afwezigheid van elke vorm van spraakgebrek.

des troubles de l'élocution ont également été fréquemment rapportés.
spraakstoornis werd eveneens vaak gerapporteerd.

d'une disposition positive à réfléchir sur leur propre élocution;
een positieve bereidheid om te reflecteren op het eigen spreekgedrag;

(dysarthrie, troubles de l’ élocution), hypoesthésie troubles visuels, diplopie
evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen soms: hyperacusis

l'élève constitue un portfolio de sa facilité d'élocution dans une autre langue.
de leerling maakt een portfolio van zijn spreekvaardigheid in een andere taal.

difficultés respiratoires, enrouement, difficultés d’élocution rougeur de la peau, urticaire ou prurit.
ademhalingsproblemen, heesheid, spraakproblemen roodheid van de huid, netelroos (urticaria) of jeuk.

aphasie, troubles de l'élocution, délire, encéphalopathie, agitation, confusion, dépression, psychose).
convulsies, afasie, spraakstoornis, delirium, acuut hersensyndroom, opwinding, confusie, depressie, psychose).

baisse de sensation ou de sensibilité (particulièrement au niveau de la peau), troubles sensoriels, difficulté d’élocution,
minder gevoel of gevoeligheid (vooral in de huid), veranderde prikkelgewaarwording, moeite met praten