Results for coule translation from French to Dutch

coule
kovel

nez qui coule
loopneus

le pétrole coule.
er is weer volop olie.

l'eau qui coule
et doorstromende water

revetement de sol coule
naadloze vloer

cela coule de source.
daar bestaat geen enkele twijfel over.

nez qui coule (rhinite)
loopneus (ontsteking van het neusslijmvlies)

nez bouché ou qui coule
verstopte neus of loopneus

entendez- vous? cela coule.»
hoort gij het wel loopen?”

nez bouché ou nez qui coule
verstopte neus en loopneus

saignements de nez, nez qui coule.
bloedneus, lopende neus

très rare : angine, nez qui coule
zeer zelden (kan voorkomen bij maximaal 1 op de 10.000 personen): keelpijn, loop neus

nez qui coule et mal de gorge
loopneus en zere keel

nez qui coule ou bouché, éternuements
loopneus of verstopte neus, niezen

congestion nasale ou nez qui coule ;
verstopte neus of loopneus

toux, irritation nasale ou nez qui coule
hoesten, geïrriteerde neus of loopneus

ensation de nez bouché ou nez qui coule.
loopneus of een verstopte neus.

rhinopharyngite (nez qui coule ou nez bouché)
nasofaryngitis (loopneus of verstopte neus)

essoufflement, saignements de nez, toux, nez qui coule
kortademigheid, neusbloedingen, hoest, loopneus,

aignements de nez, gêne dans le nez, nez qui coule
bloedneus, ongemak in de neus, loopneus