Results for envie translation from French to Dutch

envie
naevus flammeus

envie de
zin in

envie, jalousie
nijd

ils en ont envie
ze hebben er zin in

envie d'action ?
zin in actie?

j ai envie de nager
ik heb zin om te zwemmen

envie de dormir, somnolent
laperigheid, sufheid

envie impérieuse d’uriner
urinedrang

envie urgente d’uriner.
grote drang om te plassen.

envie de vomir (nausées)
misselijkheid (nausea).

envie de dormir (somnolence).
slaperigheid, sufheid.

envie autour de l'ongle
dwangnagel

mon envie est de dire: enfin!
het liefst zou ik zeggen: eindelijk!

incontinence mixte, envie et stress
gemengde stress- en urge-incontinentie

j'ai envie de dire deux choses.
dit zet mij ertoe aan twee dingen te zeggen.

avoir envie de vomir (nausées).
misselijkheid (nausea).

as-tu envie d'aller nager ?
heb je zin om te gaan zwemmen?

j'ai envie de boire quelque chose.
ik heb zin om iets te drinken.

ensations vertigineuses envie de vomir (nausées)
duizeligheid misselijkheid

douleurs gastriques, envie de vomir (nausées)
maagpijn, misselijkheid