Usted buscó: incauto (Italiano - Neerlandés)

era incauto.
hij was roekeloos.

era solo incauto.
hij lette niet op z'n hand.

sarebbe... incauto.
dat zou roekeloos zijn.

sta diventando incauto.
- hij wordt slordig.

cio' sarebbe incauto.
dat zou onverstandig zijn.

e' stato incauto?
was hij onvoorzichtig?

crede io sia incauto.
ze denkt dat ik roekeloos ben.

e' brillante ma incauto.
hij is briljant maar tactloos.

- diventi incauto, billy.
-je wordt slordig, billy.

ed io diventai più incauto.
op een nacht, hij liep in op ons.

sei diventato incauto, athos.
je zorgeloos geworden, athos.

e' ingordo, incauto, superficiale.
hij is hebzuchtig. hij is roekeloos, hij is onzorgvuldig.

e' traumatizzato, ed e'... incauto.
hij is onstabiel, gebroken en onbedachtzaam.

e' incauto... e fuori esercizio.
hij is roekeloos. en roestig.

- e' anche incauto... - e indisciplinato.
hij is ook roekeloos en ongehoorzaam.

- il suo comportamento e' stato incauto.
je gedrag was roekeloos.

e' stato un po' incauto, brian.
dat is onzorgvuldig, bri.

dimmi che sono stupido, incauto e spietato.
vertel mij dat ik stom en roekeloos en wreed ben.

e' incauto, si mette in situazioni pericolose.
hij is roekeloos, brengt zichzelf in gevaar.

dovreste aspettare prima di fare qualcosa di incauto.
je moet eerst nadenken voordat je iets onbezonnen doet.