Je was op zoek naar: cagare (Italiaans - Nederlands)

fa cagare
het is slap.

devo cagare.
ik heb een onderkomen nodig.

fai cagare!
je bent slecht.

- a cagare.
- die zit te schijten.

- fai cagare!
je ziet er niet uit.

doveva cagare...
hij moest schijten...

fa cagare, hank.
- het is slecht, hank.

- doveva cagare.
ze moest poepen.

- vai a cagare!
- val dood.

"và a cagare".
klote.

- va' a cagare!
- rot op.

andate a cagare.
val dood, jongens.

andate a cagare!
de pot op!

_ mandalo a cagare.
laat hij oprotten.

- devo cagare! - dannazione!
ik moet schijten.

fai presto, devo cagare.
hou het kort, ik moet schijten.

- facevano tutte cagare.
ze kunnen er allemaal niks van.

- gia', fa assolutamente cagare.
ja, toch.

puoi cagare praticamente ovunque.
j-je kan bijna overaal gaan poepen.

certamente, prima devo cagare.
ja, ik moet eerst schijten.