Results for uitgerust met translation from Dutch to English

uitgerust met:
equipped with:

niet uitgerust met
not configured

is uitgerust met:
is equipped with:

uitgerust met ertms
ertms a on board

uitgerust met airconditioning.
equiped with air conditioned.

worden uitgerust met:
shall be equipped with:

gaschromatograaf, uitgerust met:
gas chromatograph equipped with:

uitgerust met een zitplaats
with a seat

uitgerust met echo-onderdrukker
echo suppressor equipped

• uitgerust met een fan in.
• equipped with fan around.

uitgerust met – op bestelling:
equipped with the following - on request::

kunstmeststrooier uitgerust met windschermen
fertilizer distributor with folding shield

egreneermachine,uitgerust met zaagtanden
saw ginned cotton

helikopters worden uitgerust met:
helicopters shall be equipped with:

uitgerust met navigatiesysteem: ja nee2.
equipped with navigation system: yes no2.

vleesmolen uitgerust met een schijf
mincer fitted with a disc

voertuigen uitgerust met een waterkanon.
vehicles equipped with a water cannon.

sommige panelen zijn uitgerust met:
some of the panels are equipped with:

testpop uitgerust met elektromechanische systemen
dummy equipped with electro-mechanical instruments

voertuigen worden uitgerust met ofwel:
vehicles shall be fitted with either: