Results for rusttijd translation from Dutch to French

rusttijd
temps de repos

rusttijd :
durée de repos :

de rusttijd.
le temps de repos.

dagelijkse rusttijd
repos journalier

dagelijkse rusttijd.
temps de repos journalier.

rij-en rusttijd
temps de conduite et de repos

dagelijkse rusttijd buitenshuis
repos journalier hors résidence

vliegtijd, diensttijd en rusttijd
temps de vol, de service et de repos

rusttijd tussen signaalsalvo's
temps de garde entre les salves de signaux

rusttijd tijdens gebroken dienst
amplitude totale d'un service coupé

— de dagelijkse rusttijd ( 11 uur);
— repos journalier (1 1 heures);

uiterlijke termijn voor compenserende rusttijd
délais pour accorder un repos compensateur

— arbeidsduur. — nachtarbeid. — rusttijd. — jaarlijkse rusttijd, — jaarlijks verlof, — pauzes.
— temps de travail, — travail de nuit, — période de repos, — repos annuel. — congé annuel. — temps de pause.

rusttijden
temps de repos