Results for la caisse translation from French to Dutch

la caisse :
de kas :

de la caisse :
over de kas :

tient la caisse.
houdt kassa bij van de verkopen.

la caisse d'etat
staatkas

équipements de la caisse
inrichting van de kas

structure de la caisse,
constructie van de wagenbak,

la caisse vérifie si :
de zorgkas controleert of :

2 levant de la caisse
65% van het basis tarief voor de ove rige gebieden.

la clôture de la caisse.
afsluiten van de kassa.

la caisse a pour objet :
de kas heeft tot doel :

représentation de la caisse commune
vertegenwoordiging van de gemeenschappelijke kas

la caisse est également tenue:
de kas is eveneens verplicht:

a la caisse, s.v.p.l
kredieten gevraagd !

des droits percus par la caisse
over de door de kas ge_bar_$$_bar_adinde rechten

la caisse commune a pour objet :
de gemeenschappelijke kas heeft als doel :

la caisse auxiliaire maladie-invalidité;
de hulpkas voor ziekte en invaliditeitsverzekering;

la caisse nationale de sécurité sociale.
de rijkskas voor sociale zekerheid

la caisse d'allocations familiales fédérale
het federale kinderbijslagfonds

la caisse peut demander d'être entendue.
de zorgkas kan vragen gehoord te worden.

la caisse communautaire jusqu'aux bénéficiaires;
- de controle op deze uitgaven.