Results for genug translation from German to Dutch

genug
enough

aber genug.
zij brachten hunne kinderen met zich, alsook wagens met proviand--en gingen naar huis, met de bekentenis op de lippen, dat zij, bij de begrafenis van den moordenaar evenveel genot gesmaakt hadden, als wanneer zij hem hadden zien hangen.

,,sag: genug!"
"is het nou genoeg?" vroeg hij.

genug energie?
wil het nog?

j unternimmt genug
voldoende actief

genug ist genug.
genoeg is genoeg.

genug der scheinheiligkeit!
ik zeg nu: hou maar op met die valse schijn!

nicht genug speicher
malloc() foutmelding

. nicht streng genug
— te streng zijn — niet streng genoeg zijn — streng genoeg zijn — ?

bist du stark genug?"
ben je sterk genoeg?"

beleuchtung nicht hell genug
fietstassen voorzijde kwaliteit ... niet kinderstoeltjes goed genoeg?

europa wagt nicht genug.
europa heeft het nemen van risico's niet ontwikkeld

nicht genug freier speicherplatz
not enough free disk space

nicht genug einnahmen allerdings.
niet genoeg inkomsten.

,,ja, oft genug," sagte huck.
"ja, wel twintigmaal," zeide huck.

den sittlichen anforderungen genuegen
in zedelijk opzicht de waarborgen bieden