Results for zugehörigkeit translation from German to Dutch

zugehörigkeit
aansluiting

politische zugehörigkeit
politieke overtuiging

ethnische zugehörigkeit:
ras: zwart/

12 monatebecriebs­ zugehörigkeit
12 maanden in dienst

zugehörigkeit, n (%) weiße
ras, n (%) blank

ethnische zugehörigkeit (spaf)
etnische achtergrond (cva-preventie bij af)

zugehörigkeit einer teilkette
ingevoegd zijn van een subreeks

geschlecht/ethnische zugehörigkeit
geslacht/ras

ethnische zugehörigkeit: schwarz/
ras: zwart/

ethnische zugehörigkeit und genetik
etniciteit en genetica

rauchen und ethnische zugehörigkeit:
roken en ras:

life studie, ethnische zugehörigkeit).
life-studie, ras).

geschlecht, ethnische zugehörigkeit und bmi
geslacht, ras en bmi

alter, geschlecht, ethnische zugehörigkeit
leeftijd, geslacht en ras

zugehörigkeit zu einer landwirtschaftlichen genossenschaft
(1) zij ten minste 50 leden hebben, waarvan de meesten hun inkomen uit de landbouw halen en (2) indien zij handel drijven in een van belasting vrijgesteld landbouwprodukt, zoals vlees, zuivelprodukten en andere landbouwprodukten die worden geacht van belasting vrijgesteld te zijn.

alter, geschlecht und ethnische zugehörigkeit
leeftijd, geslacht en etniciteit

titel x : die zugehörigkeit zur union
titel x : het lidmaatschap van de unie

1. die verbraucherorganisationen: bekanntheit und zugehörigkeit
1. de consumentenorganisaties : bekendheid en lidmaatschap;

ethnische zugehörigkeit (tvt/le-prävention)
etnische achtergrond (preventie dvt/pe)

4) zugehörigkeit zu einem benachteiligten gebiet
snijbloemen, loof, bladeren, twijgen en takken