Results for siedzibę translation from Polish to Dutch

posiadającego siedzibę
ingezeten

menem na siedzibę
27; zij worden tegelijkertijd lid van het

- siedzibę statutową sce,
- het adres van de statutaire zetel van de sce;

c) siedzibę ugrupowania;
c) het adres van de zetel van het samenwerkingsverband;

ma siedzibę pod adresem:
haar hoofdkantoor heeft in:

rada ma siedzibę w brukseli.
de raad heeft zijn zetel te brussel.

a) mają siedzibę we wspólnocie;
a) zij zijn in de gemeenschap gevestigd;

komisja ma siedzibę w brukseli.
de commissie heeft haar zetel te brussel.

wnioskodawcy mają siedzibę we wspólnocie;
de aanvrager is in de gemeenschap gevestigd;

- nazwę i statutową siedzibę sce,
- de naam en de statutaire zetel van de sce;

a) proponowaną statutową siedzibę se;
a) de voor de se voorgestelde statutaire zetel;

postaraj się obronić swoją siedzibę.
probeer je vesting te verdedigen.

nazwę euwt i jego siedzibę statutową;
de naam van de egts en de statutaire zetel;

c) komisja ma siedzibę w brukseli.
c) de commissie heeft haar zetel te brussel.

trybunał obrachunkowy ma siedzibę w luksemburgu.
de rekenkamer heeft zijn zetel te luxemburg.

osoba mająca swoją siedzibę we wspólnocie
in de gemeenschap gevestigde persoon

komórka koordynująca ue ma siedzibę w brukseli.
de coördinatiecel van de europese unie bevindt zich in brussel.

emitenta mającego centralną siedzibę w strefie euro
emittent met hoofdkantoor in het eurogebied

agencja ma siedzibę w warszawie (polska).
het agentschap wordt gevestigd in warschau (polen).

a) oferent ma swoją siedzibę we wspólnocie;
a) de inschrijver in de gemeenschap gevestigd is;