Sie suchten nach: gefrühstückt (Deutsch - Holländisch)

du hast gefrühstückt.
je hebt ontbeten.

ich habe bereits gefrühstückt.
wij zijn bezig de onderwerpen voor het actualiteitendebal van deze week vast te stellen.

ich habe noch nicht gefrühstückt.
ik heb nog niet ontbeten.

hast du heute morgen gefrühstückt?
hebt ge ontbeten deze morgen?

die familie saß noch um den tisch, hatte aber bereits gefrühstückt.
de familie zat nog rondom de tafel, maar had het ontbijt gebruikt.

so gehen heute immer mehr jugendliche zur schule, ohne gefrühstückt zu haben oder ohne milch zum frühstück zu trinken.
zo gaan tegenwoordig steeds meer kinderen naar school zonder ontbijt en drinken steeds minder kinderen melk bij hun ochtendmaaltijd.

,,glaub's, armer kerl, siehst aus, als hättst du 'ne böse nacht hinter dir -- na, hier ist 'n bett für dich, wenn du gefrühstückt hast.
"wel, arme jongen, je ziet er uit alsof je een akeligen nacht gehad hebt,--maar hier staat een bed voor je, wanneer je ontbeten hebt.