Sie suchten nach: pensionierungsalter (Deutsch - Holländisch)

durchschnittliches pensionierungsalter
gemiddelde pensioneringsleeftijd

- ein pensionierungsalter von 62 jahren;
- een gemiddelde pensioneringsleeftijd van 62 jaar;

- ein durchschnittliches pensionierungsalter von 62 jahren;
- een gemiddelde pensioneringsleeftijd van 62 jaar;

­ ein durchschnittliches pensionierungsalter von 62 jahren;
- een gemiddelde pensioneringsleeftijd van 62 jaar;

danach hat es in den mitgliedstaaten jedoch die tendenz gegeben, das offizielle pensionierungsalter vorzuziehen und zu einer frühen pensionierung zu ermutigen.
sindsdien bestaat in de lid-staten de tendens de officiële pensioengerechtigde leeftijd te vervroegen en een vervroegde uittreding te stimuleren.

- ein durchschnittliches pensionierungsalter von 62 jahren, a) ein teil der der bank im rahmen des ews überwiesenen zins­vergütungen wurde als langfristige vorauszahlung weitergeleitet.
- een gemiddelde pens¡onerlngsleefti¡d van 62 ¡aar, a) van de in het kader van het ems ontvangen bedragen is een ge­deelte beschikbaar gesteld als voorschot op lange termijn.

im vergleich zu arbeitnehmern des gleichen geschlechts mit normaler arbeitszeit klagten schichtarbeiter deutlich häufiger über kumulative müdigkeit, schlafdefizit, gesundheitsschädliche auswirkungen der schichtarbeit, frühzeitiges pensionierungsalter und verschiedene probleme bei alltagssorgen.
bedoelde symptomen hadden betrekking op vermoeid heid, stijfheid in de schouders, verkoudheden, lage rugpijn en maag- en darmaandoeningen.

sonstige die altersversorgung betreffende maßnahmen ger jahre der schwerpunkt der renten politik verlagert, und zwar von der aktiven förderung der frühverrentung — wozu in einigen fällen auch gehörte, daß das pensionierungsalter gesenkt wurde und auch einkommens beihilfen für aus dem arbeitsleben ausgeschiedene personen erhöht wurden — auf die eindämmung der kosten für rentenzahlungen.
afgezien van deze wijzigingen, die daadwerkelijk bijdragen aan de verlaging van het aantal mensen die een pensioenuitkering ontvangen, met name in de nabije toekomst wanneer de gevolgen van de demografische ontwikkelingen in hun volle omvang merkbaar zullen worden, was en is er sprake van een vrijwel algemene ten dens om de hoogte van de betreffende uitkering te verlagen, waarvoor met name gebruik is gemaakt van de me thode van aanpassing van de grondslag waarop de pensioenen worden gebaseerd en/of opgewaardeerd.