Sie suchten nach: schloss (Deutsch - Holländisch)

schloss
kasteel

gegabeltes schloss
vorkkoppeling

schloss mit schluessel
slot met sleutel

er schloss die tür.
hij sloot de deur.

schloss-und schluesselmacher
slotenmaker

schloss von la sarraz
vaclav en stanislaw, kraków

2014 schloss die kommission:
in 2014 heeft de commissie:

das klinische entwicklungsprogramm schloss
het klinische ontwikkelingsprogramma omvatte

er schloss seine augen.
hij sloot de ogen.

daher schloss er den fall ab.
h` sloot de zaak derhalve af.

außerdem schloss der landwirtschaftsminister herrn
de minister van landbouw heeft winkel

der bürgerbeauftragte schloss daherden fall ab.
de ombudsman sloot derhalve de zaak.

befehl schloss mit status %d ab
voltooid ... niet succesvol

staatliches museum königliches schloss het loo
rijksmuseum paleis het loo

der bürgerbeauftragte schloss daher den fall ab.
besluiten na een onderzoek

die itp-studie schloss 57 patienten ein.
de itp studie werd uitgevoerd bij 57 patiënten.

2.3der bürgerbeauftragte schloss den fall somit ab.
de ombudsman sluit derhalve de zaak.

schloß
burcht