Sie suchten nach: agriculteur (Französisch - Holländisch)

agriculteur
agrariër

agriculteur.
landbouwer.

g agriculteur.
g landbouwer.

l'agriculteur
de landbouwer

agriculteur forfaitaire
forfaitair belaste landbouwer

agriculteur diplômé.
landbouweconoom.

maître-agriculteur
gediplomeerd landbouwer

1° l'agriculteur :
1° landbouwer :

agriculteur (1950-1959).
landbouwer (1956-1959). g conservatief parlementslid, afgevaardigde voor north cornwall (1959-1966) en voor west derbyshire (1967-1979); onderstaats­secretaris van landbouw (1962-1964).

agriculteur depuis 1989.
landbouwer (sinds 1989).

epouse d'agriculteur.
g gehuwd met landbouwer, twee kinderen.

6° repreneur-agriculteur :
6° overnemer-landbouwer :

privilège de l'agriculteur
"farmer's privilege"

7° repreneur-non agriculteur :
7° overnemer-niet-landbouwer :

agriculteur france ps mdpe: pse
landbouwer frankrijk ps lid ep: pse

"jeunes agriculteurs"
"jonge landbouwers"