Sie suchten nach: fou (Französisch - Holländisch)

fou
vreemd

fou rire
lachen

fou chantant
charles trenet

fou, dingue
waanzinnig

garde-fou
bordesleuning

es-tu fou ?
ben je gek?

fou du volant
laagvlieger

je m'en fou
maakt me niet uit

mais non ! pauvre fou.
maar neen, onnoozele dwaas!

bruant fou emberiza cia
emberiza cia

ce mec est complètement fou !
die gast is niet goed bij zijn hoofd!

c'est un régime fou.
dit is een waanzinnig regime.

(kg) fou autre mesure
brutogewicht (kg) of andere

rendu fou/rendue folle
gek geworden

il y a de quoi devenir fou.
het is om gek van te worden.

-- de moi? vous êtes fou, monsieur?
--„van mij, zijt gij gek, mijnheer!”

ou diront-ils: «il est fou?»
of zeggen zij., "hij (moehammad) is bezeten."

je crus que j'allais devenir fou!
ik dacht, dat ik krankzinnig werd!

fou pour tuer cette poule aux œufs d'or.
je zou dus wel gek zijn om de kip met de gouden eieren te slachten.

allons, allons donc, mon cher, vous êtes fou!»
--„och, ga! mijn lieve jongen! gij zijt gek!”