Sie suchten nach: gekookt ei (Holländisch - Deutsch)

gekookt ei
gekochtes ei

gekookt
gekocht

vruchten, gekookt
obst

‘garnalen, gekookt
„garnelen, gekocht

gekookt of gebakken
gekocht

gekookt of geoxydeerde olie
gekochtes (oxidiertes) oel

noorse garnaal, gekookt
tiefseegarnelen, gekocht

geroosterd, gekookt, hittebehandeld
dampferhitzt, gekocht, wärmebehandelt

1enkel gekookt in water
1nur in wasser gekocht

deegwaren, gekookt of gevuld
teigwaren, gefüllt, auch gekocht

a enkel gekookt in water
nr. l 103 vom 21. 4. 1983,

‘schaal- en weekdieren, gekookt
„krebstiere und weichtiere, gekocht

ui (celsap) (rauw en gekookt ;
(zellflüssigkeit) roh u. ge kocht)

gekookt, geverfd of gebleekt is, of
ausgekocht, angefärbt bzw. gebleicht, oder

gekookt en gekoeld („cook and chill”)
kochen & schnellkühlen (cook and chill)

pekel  gekookt of verbrand  vruchtwater 
lakig  brandig oder erhitzt  fruchtwasserartig 

11. gevulde deegwaren: a) gekookt of gebakken
ii. teigwaren, gefüllt: a) gekocht

b met­gevulde deegwaren, gekookt of gebakkrn. gevulde deegwaren
b. teigwaren, nicht gefüllt, gekocht; teigwaren, gefüllt

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid, waarin ei is verwerkt
teigwaren, weder gekocht oder gefüllt noch in anderer weise zubereitet, eier enthaltend

deegwaren, niet gekookt, noch gevuld of op andere wijze bereid, waarin geen ei is verwerkt
teigwaren, weder gekocht oder gefüllt noch in anderer weise zubereitet, keine eier enthaltend