Sie suchten nach: jij bent (Holländisch - Deutsch)

jij bent.
du bist dran.

jij bent leuk
frans

wel jij bent knap
du bist attraktiv

jij bent mijn alles
du bist mein ein und alles

jij bent onze prioriteit.
unsere priorität bist du.

jij bent aan de beurt.
du bist dran.

jij bent alles wat ik wil.
alles, was ich will, bist du.

voorwaar, jij bent in onze ogen.
denn du bist sicherlich unter unserer aufsicht.

jij bent niet eerwaardiger dan wij."'
du hast ja bei uns kein ansehen."

en jij bent geen heerser over hen.
du bist über sie kein verfügender.

nee, ik ben het niet, jij bent het!
nein, ich bin es nicht, du bist es!

jij bent de liefde van mijn leven.
du bist die liebe meines lebens.

nee, jij bent verbaasd, maar zij schimpen.
aber nein! du wunderst dich, während sie spotten.

en jij bent zeker een van de gezondenen.
und du bist gewiß einer der gesandten.

jij bent het beste wat me ooit overkomen is.
du bist das beste, was mir je passiert ist.

voorwaar, jij bent overdag belast met vele aangelegenheden.
du hast ja am tage lange zeit für beschäftigung.

jij bent dankzij de gunst van jouw heer geen bezetene.
du bist dank der gnade deines herrn kein besessener.

moesa zei tot hem: "jij bent duidelijk misleid."
da sagte moses zu ihm: "du bist offensichtlich auf dem falschen weg."

er wordt hen gezegd: ,jij bent hier niet thuis".
Österreich muß sich entscheiden!

zij beschuldigen elkaar: jij bent begonnen, nee jij bent begonnen.
sie beschuldigen sich gegenseitig: du hast begonnen, nein, du warst es.