Sie suchten nach: lymfoproliferatieve (Holländisch - Estnisch)

maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
pahaloomulised kasvajad ja lümfoproliferatiivsed haigused

reg maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen
pahaloomulised kasvajad ja lümfoproliferatiivsed haigused

ebv -gerelateerde lymfoproliferatieve aandoening is.
teatatud on epstein- barri viirusega (ebv) seotud lümfoproliferatiivsest häirest.

maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen t la
pahaloomulised kasvajad ja lümfoproliferatiivsed haigused

lymfoom/post- transplantatie lymfoproliferatieve aandoening
lümfoom / siirdamisjärgne lümfoprolifera - tiivne häire

ebv-gerelateerde lymfoproliferatieve aandoening is waargenomen.
teatatud on epstein - barri viirusega (ebv) seotud lümfoproliferatiivsest häirest.

overmatige immunosuppressie met risico van lymfoproliferatieve ziekte.
liigne immunosupressioon koos lümfoproliferatiivse haiguse riskiga.

bestaat een toegenomen risico op het ontstaan van lymfoproliferatieve aandoeningen (lpds) en opportunistische infecties.
a transplantatsioonijärgset immunosupressiivset ravi saavatel patsientidel on suurem oht ub lümfoproliferatiivsete häirete ja oportunistlike infektsioonide tekkeks.

in een prospectieve, gerandomiseerde dubbelblinde, placebo gecontroleerd onderzoekonderzoek uitgevoerd bij 344 anemische patiënten met lymfoproliferatieve maligniteiten die chemotherapie
lõ kord nädalas manustamisega isikute arvu alusel, kes said vähemalt ühe punaste vererakkude transfusiooni ajavahemikus 5 nädalast kuni ravi lõpuni.

bij patiënten die behandeld werden met tacrolimus is melding gemaakt van de ontwikkeling van ebv-geassocieerde lymfoproliferatieve afwijkingen.
takroliimusega ravitud patsientidel on kirjeldatud ebv- ga seotud lümfoproliferatiivsete häirete teket.

d 344 anemische patiënten met lymfoproliferatieve maligniteiten die chemotherapie toegediend kregen, was er een significante afname van de noodzaak tot transfusie en een verbetering van de
ba prospektiivses randomiseeritud platseebokontrolliga topeltpimeuuringus 344 lümfoproliferatiivse pahaloomulise kasvajaga aneemilise patsiendiga, kes said keemiaravi, vähenes oluliselt vereülekannete vajadus ja paranes hemoglobiiniravivastus (p < 0, 001).

in een prospectieve, gerandomiseerde dubbelblinde, placebo gecontroleerd onderzoek uitgevoerd bij 344 anemische patiënten met lymfoproliferatieve maligniteiten die chemotherapie toegediend kregen,
vereülekannete vajadus ja paranes hemoglobiiniravivastus (p < 0, 001).

een combinatie van immunosuppressiva, zoals het gelijktijdig geven van antilymfocytische antilichamen, verhoogt het risico op ebv-geassocieerde lymfoproliferatieve afwijkingen.
immunosupressiivsete ravimite (nt antilümfotsütaarsete antikehade) kombinatsiooni samaaegsel kasutamisel suureneb ebv- ga seotud lümfoproliferatiivsete häirete tekkerisk.

c) maligniteiten- en lymfoproliferatieve aandoeningen het is nog niet bekend of raptiva het risico voor het ontstaan van lymfoproliferatieve aandoeningen of andere maligniteiten in psoriasispatiënten vergroot.
3 c) pahaloomulised kasvajad ja lümfoproliferatiivsed haigused ei ole veel teada, kas raptiva suurendab või mitte lümfoproliferatiivsete haiguste riski või teiste pahaloomuliste kasvajate riski psoriaasipatsientidel.

in een prospectieve, gerandomiseerde dubbelblinde, placebo gecontroleerd onderzoek uitgevoerd bij 344 anemische patiënten met lymfoproliferatieve maligniteiten die chemotherapie toegediend kregen, was er een significante afname van de noodzaak tot transfusie en een verbetering van de
lõ kord nädalas manustamisega isikute arvu alusel, kes said vähemalt ühe punaste vererakkude transfusiooni ajavahemikus 5 nädalast kuni ravi lõpuni.

bij ebv- virus capside antigen (vca) - negatieve patiënten is melding gemaakt van een verhoogd risico op het ontwikkelen van lymfoproliferatieve afwijkingen.
ebv- viiruskapsiidi antigeen( vca) - negatiivsetel patsientidel on kirjeldatud suurenenud riski lümfoproliferatiivsete häirete tekkeks.

kanker van het lymfatisch weefsel (lymfoom/post-transplantatie lymfoproliferatieve aandoening), gecombineerde verlaging van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
lümfikoe kasvaja (lümfoom/ siirdamisjärgne lümfoproliferatiivne häire), punaliblede, valgeliblede ja vereliistakute kombineeritud vähesus

140 in een prospectieve, gerandomiseerde dubbelblinde, placebo gecontroleerd onderzoek uitgevoerd bij 344 anemische patiënten met lymfoproliferatieve maligniteiten die chemotherapie toegediend kregen, was er een significante afname van de noodzaak tot transfusie en een verbetering van de hemoglobinerespons (p < 0,001). verbetering van vermoeidheid zoals gemeten via de “ functional assessment of cancer therapy-fatigue” (fact-fatigue) schaal werd eveneens waargenomen.
samuti täheldati väsimuse lu vähenemist, mõõdetuna vähiravi funktsionaalse hindamise skaalal (fact- väsimus). gi