Sie suchten nach: afbranden (Holländisch - Italienisch)

afbranden
decapare alla fiamma

afbranden.
- bruciala.

- afbranden.
-appiccate il fuoco!

strooksgewijs afbranden
abbruciamento a striscie

het zal afbranden.
portalo via, quel posto brucera'.

alles afbranden?
incendiera' tutto?

- scholen afbranden.
- È bruciata?

afbranden dat kutsysteem.
ho bruciato il sistema di merda.

die patio afbranden!
bruciare il chiosco!

het gaat afbranden, nick!
brucia, nick!

en dit dorp zien afbranden.
e vedere questa citta' bruciare.

wil je het bos afbranden?
dove sei stato? volevi dare fuoco al bosco?

- we zagen het afbranden.
- e poi l'abbiamo vista bruciare.

afbranden van tropische vegetatie
incendio della vegetazione tropicale

het huis had kunnen afbranden.
che gioco? date fuoco alla casa!

moet ik dat laten afbranden?
devo dare fuoco all'edificio?

- we moeten dat huis afbranden.
meno male, dovrebbero bruciare quella casa.

ik zal wigleigh laten afbranden.
brucero' tutta wigleigh.

dus haar afbranden voor de senaat-
aspetta, quindi... quando l'hai infamata di fronte al senato...

- afsnijden, afbranden. zelfs afschieten.
abbiamo provato a tagliarlo, bruciarlo e ho anche provato a sparargli..