Sie suchten nach: echtgenoot (Holländisch - Koreanisch)

echtgenoot
배우자

haar echtgenoot.
그녀의 남편

conflict; echtgenoot
배우자 또는 동반자와 관련된 문제

of iemands echtgenoot.
대기실에 좀 앉아 계시죠?

kom, echtgenoot, we gaan.
자, 여보, 가요.

- is uw echtgenoot hier ?
- 바깥양반 계시죠?

die echtgenoot was zo erg.
그 남편은 최악이었대요

ik mocht jouw echtgenoot niet.
나도 네 남편이 마뜩잖았다 i didn't like your husband.

hoe is uw echtgenoot gestorven ?
부군은 어쩌다... ?

en waar de echtgenoot bij stond.
환자 남편 앞에서 말이죠

vermoorde haar echtgenoot, toen zichzelf.
killed her husband, then herself. 남편 살해 뒤 자살

jongens, dit is alex. mijn echtgenoot.
여러분, 이쪽은 제 남편 알렉스예요

ik hou van m'n echtgenoot, mark.
왜 사서 고생하려는 거야?

ik ben hier gekomen met mijn echtgenoot.
남편과 함께...

- amazing amy... en de nederige echtgenoot.
말 잘하네요

sorry, maar ik moet uw echtgenoot spreken.
죄송하지만 남편분과 할얘기가 있습니다

yella fichte, is uw echtgenoot thuis?
옐라 피히테입니다, 남편분 집에 계세요?

mijn echtgenoot is drie mensen. dat is interessant.
"세 명의 남자와 결혼한 것 같습니다" 흥미롭네,

hier zul je nooit een goede echtgenoot vinden.
집안일이나 시키는 건 올바른 처사가 아니지

- ik ben hier niet als politieagent, maar als echtgenoot!
- 난 여기 경찰이 아니라 남편으로서 왔어