Sie suchten nach: roepen (Holländisch - Koreanisch)

roepen
전화하다

- shepherd roepen.
넌 정녕 이 남자가

roepen we versterking?
지원 요청할까요?

zal ach en wee roepen
죽음을 향하여 소리칠 것이 니

je moet om hulp roepen.
울면서 도움을 청해야 해!

moeder, ze roepen je.
밖에서 불러요

je had me niet mogen roepen.
날 이리 데려온건 무모한 짓이야

heb jij me op laten roepen?
호출 하셨어요?

dus jij wil geen 'genade' roepen.
- 참 한심하네 - 그럴지도 모르겠어

ja, laat maar roepen. dit is belangrijker.
그래, 부르라고 해 이쪽이 더 중요하니까

ik zal ze na het eten bijeen roepen.
저녁 후에 회의실로 소집하죠

ze zal haar broers terug roepen. ja.
걔가 지 오빠들 그만두게 할지

- we zouden een getuige willen roepen.
증인을 요청합니다

u bidden wij aan, uwe hulp roepen wij in.
우리는 당신만을 경배하오며 당신에게만 구원을 비노니

ik moet wat vaker 'van onderen' roepen.
'넘어간다'라고 외칠 때도 있긴 하죠

als mensen de beste willen, roepen ze mij.
퇴직을 일이년 뒤로 미뤘다네

als we 'n po nodig hebben, roepen we wel.
- 연락 드릴게요

lijken roepen vragen op, vragen roepen legers op.
동료들이 안돌아오면 다른 군인들이 찾으러 오겠지

roep
외침