Sie suchten nach: ho voglia ci aspetta di tornare a casa (Italienisch - Holländisch)

ho voglia di tornare a casa.
- ik wil gewoon echt terug.

non ho voglia, ora, di tornare a casa.
ik heb geen zin om naar huis te gaan.

hai voglia di tornare a casa?
wil jij naar huis?

senti, ho voglia di tornare a casa. subito.
- ik wil naar huis.

hai ragione, ma non ho voglia di tornare a casa.
maar ik ben niet van plan om naar huis terug te gaan.

ho deciso di tornare a casa
ik heb besloten om naar huis te gaan.

ho deciso di tornare a casa.
ik heb besloten naar huis terug te keren.

di tornare a casa?
weer thuiskomen?

- di tornare a casa.
om naar huis te gaan.

- ora di tornare a casa.
acht... - tijd om naar huis te gaan.

cerca di tornare a casa.
zorg maar dat je thuiskomt.

emozionato di tornare a casa?
ben je blij dat je naar huis gaat?

- È ora di tornare a casa.
je gaat naar huis.

- martinez è a ramstein... - aspetta di tornare a casa.
martinez wacht op ramstein tot ze naar huis kan.

- e' ora di tornare a casa.
tijd om naar huis te gaan. niet doen!

- devo chiederti di tornare a casa.
ik moet u vragen naar het huis terug te keren.

allora aspettiamo di tornare a casa.
dan wachten wij totdat wij thuis zijn.

- ho voglia di tornare a casa. qualcosa non va? - che ti è successo?
- daarnet stond je nog te dansen.

anch'io prego di tornare a casa.
daar bid ik ook voor.

- e' l'ora di tornare a casa.
- eindelijk kunnen we naar huis.