Sie suchten nach: no, no estoi contento (Spanisch - Holländisch)

no, no fui.
neen, ik ben niet gegaan.

no, no ayudé.
neen, ik heb niet geholpen.

-no, no es eso.
"neen, dàt is hij niet.

¡no, no creen!
nee, zij geloven niet.

no, no están convencidos.
waarlijk, zij zijn niet vast overtuigd, dat god hen heeft geschapen.

no , no de forma automática .
nee .

no, no es mi nuevo novio.
nee, dit is niet mijn nieuwe vriendje.

di: «no, no lo haría».
zeg: "ik getuig het niet."

-no, no es tan indigno como crees.
"neen, hij is niet zóó slecht als je denkt.

si no, no es necesaria una evaluación detallada.
in andere gevallen is een nadere beoordeling niet vereist.

hay que ser claro: no, no está listo.
we moeten hier duidelijk over zijn: nee, hij is er niet klaar voor!

no, no creen en el encuentro de su señor.
ja zeker, aan de ontmoeting met hun heer hechten zij geen geloof. *

no, no estoy enfadado contigo, sólo estoy decepcionado.
nee, ik ben niet kwaad op je, ik ben gewoon teleurgesteld.

no no no no no no no no no no sí no no no
neen neen neen neen neen neen neen

Él salió temprano, o si no no hubiera alcanzado el tren.
hij vertrok vroeg; anders zou hij de trein niet hebben gehaald.

"¿va a venir él?" - "no, no lo creo."
"komt hij?" "nee, ik denk het niet."

sí sí sí sí sí no no no sí sí sí no 6) sí sí no
ja ja ja ja ja neen neen neen ja ja ja neen 6) ja ja neen

dirán: «¡no! ¡no hay bienvenida para vosotros!
zij zeggen: "nee hoor, jullie zijn niet welkom.

no intiméis con nadie ajeno a vuestra comunidad. si no, no dejarán de dañaros.
neemt geen vertrouwelingen buiten jullie kring; zij zullen niet nalaten jullie verderfelijke schade te berokkenen.

no, no del todo aún prosiguió athos , porque a esta hora debe haber abandonado las costas de francia.
--„neen, nog niet geheel,” hernam athos, „want op dit uur moet zij de kust van _frankrijk_ hebben verlaten.”