Usted buscó: ellos salen (Español - Neerlandés)

ellos
zij

en ellos:
zij zullen:

a por ellos
trek ten strijde

ría con ellos.
lach met hen.

ellos dicen:
zij zeggen:

¡ellos esperan!
waarlijk, zij verwachten eenig voordeel op u te behalen.

de ellos: _bar_
waarvan: _bar_

ellos son cristianos.
zij zijn christenen.

¡cuidado con ellos!
kijk daarom voor hen uit.

ellos comen chocolate.
ze eten chocolade.

se cerrará sobre ellos
het zal hen omsluiten,

ellos mataron la revolución.
ze hebben de revolutie vermoord.

ellos argumentan lo siguiente:
ze redeneren:

ellos comen mucho arroz.
ze eten veel rijst.

valores tal como salen del horno
as-fired

ellos hundieron diez naves enemigas.
ze brachten tien vijandelijke schepen tot zinken.

ellos quieren ser escuchados #egypt
ze willen dat hun stem wordt gehoord #egypt

mercancías que salen del régimen de libre circulación
goederen die uit het vrije verkeer worden genomen

si salen de ella, entonces, sí que entraremos».
als zij er uitgaan, dan gaan wij binnen."

los culpables de la fuga de gas de bhopal salen con fianza.
schuldigen van giframp van bhopal gaan vrijuit