Usted buscó: espanta (Español - Neerlandés)

sí, peso esa amenaza me espanta; yo, señor, no soy un hombre de espada en absoluto; y le tengo miedo a la bastilla.
--„ja, maar die bedreiging doet mij beven, mijnheer! ik ben volstrekt geen held en zeer bang voor de bastille.”

cuando los navíos del audaz explorador llegaron al mar de los sargazos, navegaron no sin dificultad en medio de estas hierbas que detenían su marcha, con gran espanto de las tripulaciones, y perdieron tres semanas en atravesarlas.
toen de schepen van dezen koenen zeevaarder in de krooszee kwamen, hadden zij werk om door dit gras heen te komen, omdat het tot groote ontsteltenis van de equipage hunne vaart tegenhield; zij besteedden zelfs drie weken er over om er doorheen te worstelen.