De traductores profesionales, empresas, páginas web y repositorios de traducción de libre uso.
rhizopus is a genus of common saprophytic fungi on plants and specialized parasites on animals.
computationele wetenschap houdt zich bezig met de bouw van wiskundige modellen, technieken uit de numerieke analyse en het gebruik van computers om wetenschappelijke problemen te analyseren en op te lossen.
saprophytic bacteria which grow on diseased tissue may outgrow or inhibit the pathogen on the isolation medium.
saprofytische bacteriën die op aangetast weefsel groeien, kunnen het pathogeen op het isolatiemedium overwoekeren of remmen.
concentration increases populations of both pathogen and competing saprophytic bacteria and is recommended only if it does not result in inhibition of the isolation test.
concentratie doet niet alleen de pathogene, maar ook de concurrerende saprofytische bacteriepopulaties toenemen en is alleen aan te raden als ze de isolatietest niet hindert.
perform an appropriate dilution plating technique aiming to ensure that any background saprophytic colony-forming populations are diluted out.
neutraliseer eventueel aanwezige saprofytische kolonievormende populaties door verdunning en uitplating.
concentration is usually not advisable for samples of potato processing or sewage effluent since increased populations of competing saprophytic bacteria will inhibit detection of ralstonia solanacearum.
monsters van aardappelverwerkingsafvalwater of effluent worden doorgaans beter niet geconcentreerd, omdat te grote populaties concurrerende saprofytische bacteriën de detectie van r. solanacearum hinderen.
background populations of fluorescing cells with atypical morphology and cross reacting saprophytic bacteria with size and morphology similar to clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus are likely to occur in potato pellets.
in aardappelpellets zitten vaak achtergrondpopulaties van fluorescerende cellen met atypische morfologie en kruisreagerende saprofytische bacteriën die qua grootte en morfologie lijken op clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus.
it should be noted, however, that enrichment of r. solanacearum can fail due to competition or antagonism by saprophytic organisms which are often simultaneously enriched.
de ophoping van r. solanacearum kan echter mislukken door concurrentie of antagonisme van saprofytische organismen die vaak ook worden gestimuleerd.
background populations of fluorescing cells with atypical morphology and cross reacting saprophytic bacteria with size and morphology similar to r. solanacearum are likely to occur in potato heel end core and stem segment pellets.
in pellets van naveleindstukjes en stengeldelen van aardappel worden vaak achtergrondpopulaties van fluorescerende cellen met atypische morfologie en kruisreagerende saprofytische bacteriën gevonden die qua grootte en morfologie lijken op r. solanacearum.
these include erwinia carotovora, subsp. carotovora and e. carotovora subsp. atroseptica, phoma exigua var. foveata, as well as large populations of saprophytic bacteria.
bij voorbeeld erwinia carotovora subsp. carotovora en e. carotovora subsp. atroseptica, phoma exigua var foveata, alsmede grote populaties saprofytische bacteriën.
however, it may be outgrown by rapidly growing saprophytic bacteria and, therefore, isolations directly from the tuber tissue pellet (3.3) are not recommended.
hij kan echter overwoekerd worden door snelgroeiende saprofytische bacteriën en daarom wordt niet aanbevolen hem rechtstreeks uit de pellet van knolweefsel (punt 3.3) te isoleren.
background populations of fluorescing cells with atypical morphology and cross reacting saprophytic bacteria with size and morphology similar to c. m. subsp. sepedonicus may occur, although much less frequent than in the if test, in potato heel end core and stem segment pellets.
in pellets van naveleindstukjes en stengeldelen van aardappel worden soms, maar veel minder vaak dan bij de if-test, achtergrondpopulaties van fluorescerende cellen met atypische morfologie en kruisreagerende saprofytische bacteriën gevonden die qua grootte en morfologie lijken op c. m. ssp. sepedonicus.