Usted buscó: dormire bene (Italiano - Neerlandés)

dovresti dormire bene.
je slaapt vast als 'n roos.

- dormire mi fa bene.
slapen is goed.

riesci a dormire bene?
slaap je wel goed?

dormire bene nel tuo lettino
dan hoop ik dat het comfortabel voor je is.

non riesco a dormire bene.
ik heb moeite met slapen.

- non riesce a dormire bene.
u hebt niet goed geslapen.

- oh, dormire ha fatto bene.
van slapen word ik altijd zo moe....

- torna a dormire, va bene?
slaap maar een beetje, oké?

mi fa dormire bene la notte.
ik slaap er goed door.

- possiamo dormire adesso? - bene.
- kunnen we gaan slapen?

lei puo' dormire bene di notte.
ze slaapt goed 's nachts.

tieni, puoi dormire lì, va bene?
alsjeblieft. jij kunt hier slapen.

oggetto continuo a non dormire bene.
punt één... ik slaap nog steeds slecht.

bene, lasciamolo dormire.
oké, laat hem slapen.

dormiro' bene.
ik slaap goed.

bene. va' a dormire.
ga nu maar wat slapen.

- non potrei nemmeno dormire. - va bene.
ik kan niet eens meer slapen.

- no, adesso voglio dormire. - va bene.
ik kom zo naar boven.

bene, vieni a dormire.
oké.

avete bisogno di dormire bene... per domani.
jullie moeten goed slapen... voor morgen.