Usted buscó: io sono andato a correre (2 ore) (Italiano - Neerlandés)

sono andato a correre.
ik was gaan joggen.

si', sono andato a correre.
- ja, ik ben gaan rennen.

sono anche andato a correre.
- ik heb het weggerend.

sei andato a correre?
ben je wezen hardlopen?

e' andato a correre.
- hij is gaan hardlopen.

ed io... sono andato a casa.
en ik ging naar huis.

io... sono andato... a casa sua.
ik liep naar haar huis.

gia', ero andato a correre.
ja, ik kwam net terug van een loopje.

ascolta... non sono andato a correre prima.
ik ben daarnet niet gaan lopen.

bene, io sono andato a fondo.
wel, ik heb diep gegraven.

aspetta... sei andato a correre?
ben je joggend gegaan?

- sei andato a correre ieri sera ?
was je aan het hardlopen gisteravond?

- sono andato a casa.
ik ging recht naar huis.

oggi sei andato a correre, victor?
victor, je hebt vandaag gerend. wat is er?

io sono andato a rispondere al telefono.
ik was weg om te gaan bellen.

io sono andato a letto con lyndsey!
ik het met lyndsey heb gedaan.

- cos'e', sei andato a correre?
- heb je gerend?

ti cerco da due ore. alla fine, sono andato a correre.
ik kon je maar niet bereiken.

si', io... sono andato a fare due passi.
- ja. ik, euh... ik was even gaan wandelen.

io sono andato a scuola con maureen letham.
ik vertelde je dat ik naar school ging met maureen letham.