Usted buscó: directeur (Neerlandés - Esperanto)

directeur
direktoro

absoluut, directeur.
absolute, direktoro. bonege.

- dank u, directeur.
dankon, direktoro.

- ik ben nieuwsgierig, directeur.
mi scivolas.

de directeur stelde een nieuw plan voor.
la direktoro proponis novan planon.

hij handelde achter de rug van de directeur.
li agis malantaŭ la dorso de la direktoro.

hij is directeur, en zo moet hij ook behandeld worden.
li estas direktoro kaj li estu traktata tia.

de directeur toont aan de duitse zakenmensen de eiffeltoren.
la direktoro montras al la germanaj negocistoj la eiffel-turon.

meneer bush, directeur van onze school, is afgestudeerd aan yale.
s-ro bush, nia lernejestro, diplomiĝis ĉe yale.

zijn officiële titel is directeur-generaal van het agentschap voor milieubescherming.
lia oficiala titolo estas la Ĝenerala direktoro de la mediprotekta agentejo.

de directeur van de school wil de kantine sluiten en een nieuwe recreatieruimte creëren voor de leerlingen.
la lernejestro volas fermi la manĝejon kaj estigi novan ludpaŭzejon por la lernejanoj.

zijn officiële titel is "directeur-generaal van de nationale administratie voor het leefmilieu".
lia oficiala titolo estas "Ĝeneraldirektoro de la nacia medioficejo".