Usted buscó: mijn kleinkinderen (Neerlandés - Italiano)

mijn kleinkinderen.
i miei nipoti. gem, scusa...

voor mijn kleinkinderen.
per i miei nipoti.

mijn kleinkinderen zijn er.
che c'e', dave? sono con i miei nipoti.

- het zijn mijn kleinkinderen.
sono i miei nipoti.

ik zie mijn kleinkinderen niet.
non vedro' i miei nipotini.

en dit zijn mijn kleinkinderen ?
questi sono i miei nipotini?

en mijn kleinkinderen zijn geschift.
e i miei nipoti sono strani.

hoe gaat het met mijn kleinkinderen?
come stanno i miei nipoti?

dat geldt voor al mijn kleinkinderen.
vale per tutti i miei nipoti.

detective, mijn kleinkinderen zijn binnen.
detective. ci sono i miei nipoti. e' la vigilia di natale.

- dat geldt ook voor mijn kleinkinderen.
oh, lo fanno anche i miei nipoti.

het was een kasteel voor mijn kleinkinderen.
era un castello per i miei nipoti.

mijn kleinkinderen noemen me 'nub-nub'.
i miei nipotini mi chiamano "nub-nub".

dit kan ik ooit aan mijn kleinkinderen vertellen.
"questa sara' una storia fantastica da raccontare ai miei nipoti, un giorno".

dit is mijn huis. mijn kleinkinderen zijn daarbinnen!
ma e'... e' casa mia, ci vivono i miei nipoti.

dat ga ik aan mijn kleinkinderen vertellen later.
lo racconto ai miei nipoti

dat ik mijn kleinkinderen wil bezoeken. in amerika.
di andare a trovare i miei nipoti, in america.

een verhaal, dat ik mijn kleinkinderen kan vertellen?
per poterlo raccontare ai nipoti?

een thuiskomst waarover ik mijn kleinkinderen zal vertellen.
questo e' davvero un benvenuto che dovro' raccontare ai miei nipoti.

is bree degene die mij mijn kleinkinderen zal geven?
sara' bree a darmi dei nipotini?