Vous avez cherché: glycopeptide (Anglais - Néerlandais)

glycopeptide antibiotic resistant enterococci
glycopeptidenantibioticaresistente enterokokken

glycopeptide antibiotic resistant enterococcal infection
glycopeptidenantibioticaresistente enterokokken

glycopeptide antibiotic resistant staphylococcus aureus infection
glycopeptidenantibioticaresistente staphylococcus aureus-infectie

pharmacotherapeutic group: antibacterials for systemic use, glycopeptide antibacterials, atc code: j01xa03
farmacotherapeutische groep: antibacteriële middelen voor systemisch gebruik, glycopeptide antibacteriële preparaten, atc-code: j01xa03

have ever had an allergic reaction to another glycopeptide antibiotic (such as vancomycin and telavancin)
ooit een allergische reactie op een ander glycopeptide antibioticum (zoals vancomycine en telavancine) heeft gehad

there is no known cross-resistance between oritavancin and non-glycopeptide classes of antibiotics.
er is geen bekende kruisresistentie tussen oritavancine en niet-glycopeptide antibioticaklassen.

now glycopeptide-resistant enterococci are spreading in health care facilities in many countries, ruling out effective treatment.
inmiddels worden in ziekenhuizen in veel landen enterokokken aangetroffen die zelfs tegen dit middel resistent geworden zijn, zodat hiertegen geen doeltreffende behandeling meer voorhanden is.

they inhibit the activity of transpeptidase enzymes which catalyse cross- linkage of the glycopeptide polymer units that form the cell wall.
deze antibiotica remmen de activiteit van de transpeptidase- enzymen die crosslinking van de glycopeptidepolymeren in de celwand katalyseren.

s. aureus that exhibit high level resistance to glycopeptide antibacterial agents (grsa) are not susceptible to telavancin.
s. aureus-stammen die een hoge resistentie tegen glycopeptide antibacteriële middelen (grsa) vertonen, zijn niet gevoelig voor telavancine.

due to the possibility of cross-hypersensitivity, there should be careful monitoring of patients with any history of glycopeptide hypersensitivity during and after the infusion.
in verband met de mogelijkheid van kruisovergevoeligheid, dienen patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor glycopeptiden tijdens en na infusie zorgvuldig te worden gemonitord.

if the isolates with higher dalbavancin mics represent stable phenotypes and are correlated with resistance to the other glycopeptides, then the likely mechanism would be an increase in the number of glycopeptide targets in nascent peptidoglycan.
als de isolaten met hogere dalbavancin mic- waarden de stabiele fenotypen vertegenwoordigen en gecorreleerd zijn met resistentie tegen andere glycopeptiden, dan zou het waarschijnlijke mechanisme een verhoging zijn van het aantal glycopeptide-doelen in de opkomende peptidoglycaan.

ototoxicity has been associated with glycopeptide use (vancomycin and teicoplanin); patients who are receiving concomitant therapy with an ototoxic agent, such as an aminoglycoside, may be at increased risk.
ototoxiciteit is gerelateerd aan het gebruik van glycopeptiden (vancomycine en teicoplanine); patiënten die gelijktijdig behandeld worden met ototoxische middelen, zoals een aminoglycoside, kunnen een verhoogd risico lopen.

much larger amounts of antibiotics are used in this manner than in medical applications: in denmark in 1994, 24 kg of the glycopeptide vancomycin were used for human therapy, whereas 24,000 kg of a similar glycopeptide avoparcin were used in animal feed.
de hoeveelheid antibiotica die voor dit doel wordt gebruikt, is aanzienlijk groter dan de hoeveelheid die om medische redenen wordt toegediend; waar in denemarken in 1994 24 kg van het glycopeptide vancomycine voor de humane geneeskunde is gebruikt, werd 24 000 kg van een vergelijkbaar product (avoparcine) in diervoeding verwerkt.

whereas directive 97/6/ec prohibited use of the glycopeptide antibiotic avoparcin with effect from 1 april 1997 on the grounds that it could not be ruled out that its use in animal feed was liable to induce resistance to glycopeptides used in human medicine;
overwegende dat bij richtlijn 97/6/eg met ingang van 1 april 1997 een verbod is ingesteld op het gebruik van avoparcine, een antibioticum van de groep glycopeptiden, in diervoeder omdat niet kan worden uitgesloten dat dit toevoegingsmiddel via de aan de dieren verstrekte voeding resistentie kan veroorzaken tegen in de humane geneeskunde gebruikte glycopeptiden;