Réalisées par des traducteurs professionnels, des entreprises, des pages web ou traductions disponibles gratuitement.
however, intensification of insulin therapy with abrupt improvement in glycaemic control may be
intensivering van de insulinetherapie met een abrupte verbetering van de glucosehuishouding kan echter verband houden met een tijdelijke verslechtering van diabetische retinopathie.
as with any insulin therapy, lipodystrophy may occur at the injection site and delay local insulin absorption.
net als bij iedere andere insulinetherapie kan lipodystrofie optreden op de injectieplaats en de plaatselijke insulineabsorptie vertragen.
general disorders and administration site conditions uncommon - oedema oedema may occur upon initiation of insulin therapy.
algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen soms - oedeem na het instellen van de insulinetherapie kan oedeem voorkomen.
rarely, insulin may cause oedema particularly if previously poor metabolic control is improved by intensified insulin therapy.
insuline kan zelden oedeem veroorzaken, vooral als een voordien slechte metabole regulering verbeterd wordt door een intensievere insulinetherapie.
as with any insulin therapy, injection site reactions may occur and include pain, itching, hives, swelling and inflammation.
net als bij andere insulinebehandelingen kunnen reacties op de injectieplaats optreden zoals pijn, jeuk, urticaria, zwelling en ontsteking.
in a study with add-on insulin therapy, higher rates of hypoglycaemia were observed (see section 4.5).
in een studie met add-on combinatietherapie met insuline werden hogere percentages hypoglykemie waargenomen (zie rubriek 4.5).
studies with add-on sulphonylurea and add-on insulin therapies had higher rates of hypoglycaemia (see section 4.5).
studies met een add-on sulfonylureum en een add-on insulinebehandeling vertoonden een hogere incidentie van hypoglykemie (zie rubriek 4.5).