Vous avez cherché: un navire (Français - Néerlandais)

appareiller un navire
een schip uitrusten

cap d'un navire
koers van een schip

dérouter (un navire)
(een schip) dwingen een andere koers te volgen

assiette d'un navire
trim van een schip

mettre arrêt sur un navire
op een schip beslag leggen

inspection matérielle d'un navire
feitelijke inspectie van een schip

« un navire ! m'écriai-je.
"een schip!" riep ik uit.

activité de pêche d'un navire
visserijactiviteit van een vaartuig

marque d'immatriculation d'un navire
registratiemerkteken van een schip

privilège sur la cargaison d'un navire
voorrecht op de lading van een schip

empêcher un navire de tomber en travers
voorkomen,dat het schip dwarszees komt

le capitaine d'un navire de pêche:
de kapitein van een vissersvaartuig dient:

opération de restauration à bord d'un navire
restauratieve bezigheid op een schip

— le navire est-il un navire congélateur?
— is het vaartuig een vriesschip?

bientôt un navire devint visible à mes yeux.
weldra ontwaarde mijn oog een schip.

service radioélectrique à bord d'un navire de mer
radioverkeer

la construction identifiable à un navire particulier commence,
de bouw van een bepaald schip begint; en

appartenance d'un navire à un segment de flotte
indeling van een vaarting bij een vlootsegment

a) pêché par un navire ou producteur communautaire, ou
a) door een communautair vaartuig of door een communautaire producent is gevangen, of

le cas s’est présenté lorsqu’un navire contenant
via een stelsel van grensmeldingen worden alle grensposten op de hoogte gesteld zodra er aan een van de grenzen een product wordt afgewezen.