Vous avez cherché: citer (Français - Néerlandais)

citer
opnoemen

ne pas citer
niet citeren

on peut citer:
het betreft:

citer des témoins
getuigen oproepen

sont à citer notamment
te noemen zijn vooral:

l'ordre de citer
het bevel tot dagvaarding

on doit citer, notamment:
daarbij gaat het met name om:

il faut, de plus, citer:
voorts dient te worden vermeld:

je voudrais en citer deux.
ik wil er twee noemen.

pour citer quelques exemples :
wij noemen slechts enkele voorbeelden:

permettezmoi de citer deux exemples.
zo ver is groot-brittannië nog niet.

pourquoi citer tous ces chiffres?
waarom noem ik al deze cijfers op?

j' aimerais citer deux points.
ik wil op twee punten wijzen.

parmi ceux-ci on peut citer :
hiertoe behoren b.v.:

parmi ceux-ci, il faut citer :
hieronder kunnen worden genoemd :

citer quelqu'un comme témoin
iemand als getuige oproepen

je pourrais en citer d'autres.
ik zou nog andere terreinen kunnen noemen.

l'on peut citer quelques exemples :
enkele voorbeelden van wat er kan worden gedaan:

on peut citer comme évolutions récentes :
gewezen wordt op de volgende recente ontwikkelingen:

je pounais citer d'autres exemples.
onze bange vermoedens werden in hoge mate bevestigd.