Vous avez cherché: pouvait (Français - Néerlandais)

on ne pouvait pire.
erger kan het niet.

on pouvait constater que
op deze rijkdom van ervaring werd helaas niet

on pouvait le croire.
ik kon het niet gelooven.

quel pouvait être leur but?
wat kon hun doel zijn?

on pouvait l'aborder.
met hem kun je praten.

oh, si cela pouvait être vrai!
als dat eens waar mocht zijn!

conseil ne pouvait rejeter les
naam (in blokletters)

il ne pouvait aller plus loin.
hij kon het niet verder brengen.

il ne pouvait en être autrement!
dat kan immers niet anders !

il ne pouvait s’y tromper.
hij kon zich er niet in vergissen.

qui pouvait l'attrister ainsi ?
was het de nabijheid van het europeesche strand?

la technologie ne pouvait pas faillir.
de techniek kan niet falen.

il pouvait nous séduire d’emblée
het kon ons meteen bekoren

) et pouvait par conséquent être autorisée.
) en derhalve kon worden goedgekeurd.

il ne pouvait pas être présenté ainsi.
ik geef toe dat de vergadering van gisteren een moeilijke vergadering was.

ah, si john garang pouvait voir cela ! :
hoe zou het zijn geweest als john garang nog zou hebben geleefd?

cela pouvait le servir à l'occasion.
dit kon hem bij voorkomende gelegenheid te pas komen.

cela ne pouvait en effet mieux tomber!
ik wil hier niet in bijzonderheden treden.

mon premier voeu ardent ne pouvait être autre.
dit is mijn allerbelangrijkste wens.

«que diable pouvait donc signifier ce mouchoir?»
„wat duivel moet die zakdoek toch beteekenen?”