Vous avez cherché: reconduire quelqu'un chez lui (Français - Néerlandais)

est-il chez lui?
is hij te huis?”

-- puisqu'elle loge chez lui.
--„wel, zij was immers in zijn huis.”

il m’a pris chez lui.
hij heeft me in dienst genomen.

ses enfants l'ont chassé de chez lui.
zijn kinderen hebben hem zijn huis uit gegooid.

chez lui, il lisait toujours allongé.
thuis las hij altijd liggend.

le soir, il est le plus souvent chez lui.
's avonds is hij meestal thuis.

dès qu'il eut fini son travail, il alla chez lui.
zodra hij zijn werk af had, ging hij naar huis.

-- mais s'il est chez lui et qu'il me voie?
--„maar als hij te huis is zal hij mij zien.”

contributions de l'employeur aux fonds de retraite constitués chez lui
werkgeversbijdragen aan het bij deze werkgever gevormde pensioenfonds

m. poutine s’y sentirait comme chez lui.
de heer poetin zou zich hier prima thuis voelen.

aucun maître de recherches ou professeur ne rentre chez lui.
er wordt geen enkele hoofdonderzoeker of professor naar huis gestuurd.

l'élève indique chez lui-même le côté droit et le côté gauche.
de leerling duidt bij zichzelf de linker- en de rechterkant aan.

comme la veille d'artagnan ne rentra chez lui qu'à cinq heures du matin.
het arme meisje beloofde d’artagnan alles, wat hij wilde: zij was verliefd!

aramis rentra chez lui, et athos et d'artagnan s'inquiétèrent du placement du saphir.
aramis keerde naar zijn kamers terug, en athos en d’artagnan gingen zich met de verpanding van den saffier bezig houden.

(d) transport de l'enfant pour aller â l'école et rentrer chez lui
(d) reis naar en van school π

a sept heures cinquante, il ouvrait la porte de sa maison et rentrait chez lui.
tien minuten voor achten was hij in zijne woning terug.

des altérations psychiques, des réactions émotionnelles accrues entraînaient manifestement chez lui une forte sollicitation végétative.
zo bekommerde hij zich nog om het regelmatig door schuiven van de schilden, respectievelijk ramen, alsmede om het vervoer en controleerde de afzonderlijke veiligheidsmaatregelen.

bien, chacun est habitué à ce qu'il trouve chez lui et on trouve aussi parfois que c'est mieux que quelque chose d'autre.
nu ja, iedereen is gewend aan wat hij thuis aantreft en soms vindt men dat ook beter dan iets anders.

chez lui, à son poste de travail, dans un organisme local ou dans un organisme central de formation?
aan kapitaalkosten kleeft het probleem dat de apparatuur snel veroudert, vooral eds het computers betreft.

elle s’est comportée en interlocuteur de celui-ci et fait naître chez lui une confiance légitime.
volgens het contractmoest evenwel een groot deel van de werkzaamheden tegen die datum al zijn voltooid.