Réalisées par des traducteurs professionnels, des entreprises, des pages web ou traductions disponibles gratuitement.
met inbegrip van het gebruik van graasdieren;
dies schließt den Einsatz von Weidevieh ein;
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Veevoeder voor graasdieren
Futtermittel für Weidevieh
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
2010 Voor graasdieren (paardachtigen, herkauwers) aangekocht krachtvoer
2010 Zugekaufte Kraftfutter für Raufutterfresser (Einhufer, Wiederkäuer)
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 2
Qualité :
2020 Voor graasdieren (paardachtigen, herkauwers) aangekocht ruwvoer
2020 Zugekaufte Raufutter für Raufutterfresser (Einhufer, Wiederkäuer)
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 2
Qualité :
2050 Op het bedrijf geproduceerd krachtvoer voor graasdieren (paardachtigen, herkauwers)
2050 Innerbetrieblich erzeugte Futtermittel für Raufutterfresser (Einhufer, Wiederkäuer)
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 2
Qualité :
Aangekocht veevoer voor graasdieren wordt onderverdeeld in krachtvoer en ruwvoer (dit laatste is inclusief weidegeld en kosten voor de opfok van jongvee buiten het bedrijf, alsmede de kosten van het gebruik van niet in de cultuurgrond begrepen gemeenschapsweiden en andere oppervlakten grasland en voedergewassen en aangekocht strooisel en stro).
Zugekaufte Futtermittel für Raufutterfresser werden in Kraftfutter und Raufutter unterteilt (einschließlich Pensionstiere und Ausgaben für die Verwendung von Gemeinschaftsweiden, Weideland und Futterflächen, die nicht zur LF gehören, sowie zugekaufte Einstreu und Stroh).
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Code 2010 “Voor graasdieren (paardachtigen, herkauwers) aangekocht krachtvoer” omvat met name: koeken, mengvoeders, granen, gedroogd gras, gedroogde suikerbietenpulp, vismeel, melk en melkproducten, mineralen en producten voor de bewaring en conservering van dergelijke voedermiddelen.
Unter den Code 2010 ‚Zugekaufte Kraftfutter für Raufutterfresser (Equiden, Wiederkäuer)‘ fallen insbesondere Ölkuchen, Mischfuttermittel, Getreide, getrocknetes Gras, getrocknete Zuckerrübenpulpe, Fischmehl, Milch und Milcherzeugnisse, Mineralstoffe und Lagerungs- und Haltbarmachungszusätze.
Dernière mise à jour : 2014-11-18
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
1. De bevoegde nationale instantie voert administratieve controles uit op alle bedrijven waaraan een individuele derogatie is toegestaan, teneinde na te gaan of zij zich houden aan de maximumhoeveelheid van 250 kg stikstof per hectare per jaar uit mest van graasdieren, aan de gebruiksnormen voor de totale hoeveelheid stikstof en fosfaat en aan de voorwaarden ten aanzien van het bodemgebruik.
(1) Die zuständige nationale Behörde führt bei sämtlichen landwirtschaftlichen Betrieben mit individueller Ausnahmegenehmigung Kontrollen durch, um festzustellen, ob die Höchstmenge von 250 kg Stickstoff je Hektar und Jahr aus Viehdung von Weidevieh, die Normen für die Gesamtausbringung von Stickstoff und Phosphat und die Auflagen für die Bodennutzung eingehalten wurden.
Dernière mise à jour : 2014-10-23
Fréquence d'utilisation : 2
Qualité :
Référence:
1. De hoeveelheid mest van graasdieren die elk jaar, op graslandbedrijven, op of in de bodem wordt gebracht, daaronder inbegrepen door de dieren zelf, mag niet meer dan 250 kg stikstof per hectare bevatten, met inachtneming van de in de leden 2 tot en met 7 vastgestelde voorwaarden.
(1) Die Menge Viehdung von Weidevieh, die jedes Jahr auf den Boden von Grünlandbetrieben auch von den Tieren selbst ausgebracht wird, darf vorbehaltlich der in den Absätzen 2 bis 7 genannten Bedingungen nicht mehr als 250 kg Stickstoff pro Hektar enthalten.
Dernière mise à jour : 2014-10-23
Fréquence d'utilisation : 2
Qualité :
Référence:
Betrokken economische sector(en) : Het Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel1 2005, onderdeel "Ontwikkeling van perspectiefvolle landbouw" is van toepassing op de agroclusters (productie, verwerking en afzet) in de grondgebonden veehouderij ( rundvee, graasdieren, geiten, schapen), de intensieve veehouderij (pluimvee, varkens en kalveren), akkerbouw, opengrondstuinbouw en glastuinbouw.
Betroffene Wirtschaftssektoren : Der Ausführungsbeschluss Beihilfen Overijssel1 2005, Teilbereich "Entwicklung einer aussichtsreichen Landwirtschaft", ist anwendbar auf die Agrocluster (Erzeugung, Verarbeitung und Vermarktung) in der bodengebundenen Viehhaltung (Rinder, Weidetiere, Ziegen, Schafe), die intensive Viehhaltung (Geflügel, Schweine und Kälber), den Ackerbau, den Freiland- und den Treibhausgartenbau
Dernière mise à jour : 2014-10-23
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
Avertissement : un formatage HTML invisible est présent
Deze gegevens kunnen worden gebruikt voor modelmatige berekeningen van de omvang van de nitraatuitspoeling en de fosforverliezen op percelen waarop per hectare tot 250 kg stikstof uit mest van graasdieren wordt op- of ingebracht.
Diese Daten können für modellgestützte Berechnungen der Nitratauswaschung und Phosphorverluste auf Feldern dienen, auf denen pro Hektar und Jahr bis zu 250 kg Stickstoff in Form von Dung aus der Weidehaltung ausgebracht werden.
Dernière mise à jour : 2014-10-23
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
b) "graasdieren": rundvee (met uitzondering van vleeskalveren), schapen, geiten en paarden, ezels, herten en waterbuffels;
b) "Weidevieh" bezieht sich auf Rinder (mit Ausnahme von Mastkälbern), Schafe, Ziegen, Pferde, Esel, Rehe und Wasserbüffel.
Dernière mise à jour : 2014-10-23
Fréquence d'utilisation : 2
Qualité :
Référence:
Avertissement : un formatage HTML invisible est présent
'1/3 1/3 maar « 2/3; geen enkele andere bedrijfstak > 1/3 1/3 1/3; melkkoeien > 2/3 van het melkvee; geen enkele andere bedrijfstak > 1/3 P4 « 2/3; P41 > 1/3; J07 > 2/3vanP41;Pl « 1/3; P2 « 1/3; P3 « 1/3; P5 « 1/3 Bedrijven van klasse 71, uitgezonderd die van klasse 711
1 /3 1/3 PI « 1/3; P2 « 1/3; 1/3 1/3, aber « 2/3 oder Veredlung > 1/3, aber 1/3, aber « 2/3; keine sonstige Tätigkeit > 1/3 1/3 1/3; Milchkühe > 2/3 von Rinder für die Milcherzeugung; keine sonstige Tätigkeit > 1/3 P4 1/3; J07 > 2/3 von P4!; PI « 1/3; P2 < 1/3; P3 < 1/3; P5 < 1/3 Betriebe der Klasse 71, außer denen der Klasse 711
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
Avertissement : un formatage HTML invisible est présent
(') Dit geldt ook voor de Franse bedrijven met een verhouding tussen BSS ruwvoedergewassen en BSS graasdieren (J/01 t/m J/10) kleiner dan 0,1.
(') Diese Regelung gilt auch für die französischen Betriebe mit einer Beziehung zwischen dem SDB der Futterflächen und dem SDB der Rauhfutterfresser (J/01 bis J/10) unter 0,1.
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
(*) Dit geldt ook voor de Franse bedrijven met een verhouding tussen BSS ruwvoedergewassen en BSS graasdieren (K/01 t/m K/10) kleiner dan 0,1.
(s) Diese Regelung gilt auch für die französischen Betriebe mit einer Beziehung zwischen dem SDB der Futterflächen und dem SDB Rauhfutterfresser (K/01 bis K/10) unter 0,1.
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
(i) Ruwvoedergewassen zonder graasdieren
(i) Futterflächen ohne Weidevieh :
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
(ii) Blijvend grasland zonder bezetting door graasdieren
(ii) Dauergrünland ohne Weideviehbesatz:
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
(ii) In geval van een ruwvoedertekort (R > Ru) worden de BSS van alle ruwvoedergewassen op nul gesteld. Bij de onderscheiden categorieën van graasdieren wordt voor het gedeelte γ (zo nodig breuken van dieren omvattend) dat wordt geacht aan het „normale" patroon te beantwoorden, de normale BSS toegepast; voor het resterende gedeelte ——— , waaraan het ruwvoedertekort wordt toegeschreven, worden speciaal vastgestelde BSS voor graasdieren toegepast. (iii) In geval van een ruwvoederoverschot (R < R ) wordt voor elk ruwvoeder s gewas overgegaan tot de waardering van het gedeelte van de oppervlakte dat het overschot oplevert en dit door de desbetreffende BSS erop toe te passen.
Anteil (der notfalls Bruchteile von Tieren enthält) gleich £■ der „normalen" Regelung unterliegt, und auf diesen Fall werden die normalen SDB angewandt; es wird angenommen, daß der verbleibende Anteil ~Dldurch einen Zufuhrbedarf an Futter gekennzeichnet ist, und hier werden besonders für Weidevieh festgesetzte SDB angewandt; (iii) bei einem Futterüberschuß (R < R
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
Avertissement : un formatage HTML invisible est présent
(v) — De ruwvoedergewassen waarvoor de bijzondere bepalingen gelden, zijn: D12: voederhakvruchten, Dl8: voedergewassen, FOI : blijvend grasland, exclusief weiden met geringe opbrengst, F02: weiden met geringe opbrengst. — De graasdieren waarvoor de bijzondere bepalingen gelden, zijn : J01 : eenhoevige dieren, J02 tot en met J08: runderen, J09:schapen, J10: geiten.
D12: Futterhackfrüchte, Dl8: Futterpflanzen, FOI : Dauerwiesen und weiden ohne ertragsarme Weiden,
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
1/3 1/3 PI « 1/3; P2 « 1/3; 1/3 1/3 maar « 2/3 of veredeling > 1/3 maar « 2/3, gecombineerd met akkerbouw « 1/3, tuinbouw « 1/3 en meerjarige cultures « 1/3 ; 1/3; P2 « 1/3; P3 2/3; PI « 1/3; P2
1/3 1/3 PI « 1/3; 1/3 < P2 < 2/3; P3 « 1/3; P4 < 1/3; P5 « 1/3 6062 Pflanzenbauverbundbetriebe mit Betonung Dauerkulturen
Dernière mise à jour : 2014-02-06
Fréquence d'utilisation : 1
Qualité :
Référence:
Avertissement : un formatage HTML invisible est présent