Vous avez cherché: gisteren (Néerlandais - Anglais)

gisteren
yesterday

gisteren nog.
again very, just it.

gisteren %r
yesterday %r %p

gisteren om {0}
yesterday, {0}

sinds gisteren
since yesterday

dat was gisteren.
that was yesterday.

gisteren, 00:00
yesterday, 00:00 pm

gisteren %h:%m
yesterday %h:%m

u zei "gisteren”.
you said 'yesterday'.

bestanden van gisteren
yesterday's files

behalve gisteren dan.
not so yesterday.

tenniste je gisteren?
did you play tennis yesterday?

gisteren, oh, de maan,
oh, yesternight, the moon,

gisteren om %-h:%m
yesterday at %-i:%m %p

gisteren %l:%m %p
yesterday %l:%m %p

dat is gisteren besloten.
that is what was agreed yesterday.

hebt ge gisteren gestudeerd?
did you study yesterday?

helden van gisteren (4)
yesterday's heroes (4)

grote bijeenkomst hier gisteren.
big palaver yesterday.

gisteren, naar biologische begrippen.
yesterday, in biological terms.